Popis: |
Goed kunnen schrijven is belangrijk voor maatschappelijk functioneren en een succesvolle opleiding, maar schrijven blijkt complex en wordt zelden goed geleerd. Mbo 4-leerlingen staan op dit gebied voor een bijzondere uitdaging. Zowel voor het vak Nederlands als voor beroepsgerichte taken en examens moeten zij, net als havisten, complexer en gedetailleerder kunnen schrijven dan andere mbo'ers, terwijl zij hiermee veel moeite hebben. Een recent driejarig onderzoek bij een groot regionaal opleidingscentrum heeft uitgewezen dat bij mbo 4-leerlingen het beoogde schrijfniveau met het reguliere onderwijsprogramma niet gerealiseerd werd en dat een grootschalige interventie gericht op schrijfstrategieën hierin geen verandering bracht. Zorgen over schrijven in het mbo worden versterkt door de constatering dat een door experts noodzakelijk geachte curriculumbrede focus op schrijven in het mbo geen vaste voet aan de grond heeft gekregen. Ondanks de evidente behoefte aan kennis over versterking van de schrijfvaardigheid van mbo 4-leerlingen, zijn er in de wetenschappelijke literatuur nauwelijks publicaties te vinden over effectief schrijfonderwijs voor deze doelgroep. In deze studie zijn daarom twee potentieel voor deze doelgroep geschikte vormen van leren van voorbeelden bij het leren schrijven van teksten onderzocht: zelfstudie via (video-based) cognitive modeling en zelfstudie via model texts. Een recent en solide theoretisch model van schrijven is gebruikt om het onderzoek theoretisch te kaderen. De leereffecten van zelfstudie via cognitive modeling en via model texts op de korte termijn zijn onderling vergeleken aan de hand van tekstkwaliteit en self-efficacy: de succesverwachting bij de schrijftaak. Gehypothetiseerd is dat de leereffecten zouden verschillen. De richting van het verschil kon met de literatuur niet worden bepaald. De taakkennis van leerlingen is verkend. 22 leerlingen van de mbo 4-opleiding Salonmanager namen deel aan een repeated measures experiment op hun school. De leerlingen schreven tussen medio april en begin juni op drie dagen drie beroepsgerichte teksten voor een ondernemingsplan na korte lessen over het tekstonderwerp en een aansluitende quiz. Op de eerste dag schreven de leerlingen een tekst zonder zelfstudie-instructie, op de tweede en derde dag bestudeerden zij zelfstandig videofragmenten van de uitvoering van de schrijftaak door een peer-model of een voorbeeldtekst in het genre. Informatie over de self-efficacy en de taakkennis van de leerlingen werd op alle dagen verzameld. Tekstkwaliteit is gemeten met rubrics gebaseerd op een beoordelingsmodel voor schrijfvaardigheid van Ekens en Meestringa (2013). Self-efficacy is gemeten met een adaptatie van de vragenlijst Uitspraken over schrijven van Braaksma, Rijlaarsdam en Van den Bergh (2018). Informatie over taakkennis is verkregen met een korte adviestaak van Raedts, Daems, Waes en Rijlaarsdam (2009). De kwaliteit van de teksten bleek na zelfstudie via cognitive modeling en zelfstudie via model texts hoger dan na de instructie zonder zelfstudie, maar alleen bij zelfstudie via model texts was het verschil significant. De self-efficacy van leerlingen bleek bij zowel zelfstudie via cognitive modeling als zelfstudie via model texts significant hoger te zijn dan bij instructie zonder zelfstudie. Het verschil met de instructie zonder zelfstudie was bij beide vergelijkbaar. Leerlingen refereerden bij cognitive modeling relatief vaker aan procesgerichte taakkennis en bij model texts relatief vaker aan productgerichte taakkennis. Zowel zelfstudie via model texts als zelfstudie via cognitive modeling lijken geschikt voor de doelgroep met het oog op het leren schrijven van teksten in een nieuw genre en het stimuleren van motivatie via self-efficacy. Zelfstudie via model texts lijkt vooralsnog effectiever. Beperkingen van het onderzoek en suggesties voor vervolgonderzoek en de onderwijspraktijk worden gerapporteerd. |