Veldstudie naar de monitoring van biota in het kader van de rapportage van de chemische toestand voor de Kaderrichtlijn Water

Autor: De Jonge, M., Belpaire, Claude, Verhaert, V., Dardenne, F., Blust, R., Bervoets, L.
Jazyk: Dutch; Flemish
Rok vydání: 2014
Předmět:
Zdroj: De Jonge, M, Belpaire, C, Verhaert, V, Dardenne, F, Blust, R & Bervoets, L 2014, Veldstudie naar de monitoring van biota in het kader van de rapportage van de chemische toestand voor de Kaderrichtlijn Water . Rapport niet door INBO uitgegeven, Universiteit Antwerpen .
Popis: In de huidige studie werd de bioaccumulatie van lipofiele micropolluenten gemeten in spierweefsel van paling (Anguilla anguilla) en baars (Perca fluviatilis) uit diverse Vlaamse waterlichamen. Dit om tegemoet te komen aan de eis van de Europese Commissie rond het monitoren van lipofiele micropolluenten in biota. Volgende stoffen werden geanalyseerd: kwik (Hg), hexachloorbenzeen (HCBz), hexachloorbutadieen (HCBd), polygebromeerde difenylethers (PBDE), hexabroomcyclododecaan (HBCDD), perfluoro-octaansulfonaat (PFOS) en zijn verbindingen, dicofol, heptachloor en heptachloorepoxide. Gemeten Hg en HCBz concentraties werden vergeleken per soort en in de tijd. Dit laatste op basis van historische data uit het vroegere INBO palingpolluentenmeetnet. Daarnaast werden de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) fluoranteen en benzo(a)pyreen gemeten in driehoeksmosselen, die zes weken werden uitgehangen.Paling kon worden bemonsterd op alle meetpunten, in tegenstelling tot baars, waarbij niet op elke meetplaats de vereiste lengteklasse kon worden gevangen. Voor baars konden enkel (te) kleine exemplaren bemonsterd worden. Een overschrijding van de biota-MKN werd geobserveerd voor HCBz, HBCDD en PFOS op sommige meetplaatsen. De biota-MKN voor Hg en PBDE werden op alle meetplaatsen overschreden. Normoverschrijding voor HCBz was afhankelijk van de beschouwde vissoort, aangezien een sterkere HCBz accumulatie werd gevonden in paling ten opzichte van baars. Bioaccumulatie van Hg was afhankelijk van de grootte van de vis en een sterke relatie werd gevonden tussen Hg-accumulatie in paling en baars.Geaccumuleerde HCBz concentraties in paling bleken af te nemen met de tijd. Dit in tegenstelling tot Hg-accumulatie, die toeneemt met de jaren, hoewel gemeten Hg-concentraties van dezelfde grootteorde zijn als deze gerapporteerd in studies uit andere Europese lidstaten. Op basis van de resultaten van de huidige studie en een vergelijking met gegevens uit de literatuur kunnen we stellen dat de huidige biota-MKN voor Hg en PBDE onhaalbaar zijn voor paling en andere vissoorten uit Vlaamse en Europese waterlopen.Deze studie beveelt het gebruik van paling aan voor de monitoring van lipofiele stoffen in Vlaamse waterlopen. Dit zowel op basis van de praktische aspecten (voorkomen in Vlaanderen, voldoende biomassa) als de soort-specifieke eigenschappen van immature paling (sedentair, geen effect van geslacht, geen reproductie in het gele-paling stadium) die zijn capaciteit als biomonitor verhogen. Tevens blijkt uit deze studie de nood voor interkalibratie van polluentconcentraties tussen verschillende soorten.
Databáze: OpenAIRE