Popis: |
Dit rapport presenteert de resultaten van een archeologisch en paleo-ecologisch waarderingsonderzoek in de vallei van de Zwarte Beek. Als natuurgebied wordt deze vallei internationaal hoog gewaardeerd. In dit kader zijn al vele studies uitgevoerd. Over de veenlaag zelf was de kennis eerder beperkt. Venen vormen niet alleen mysterieuze landschappen en hoog gewaardeerde natuurgebieden, ze bevatten ook een uitzonderlijk bodemarchief dat duizenden jaren landschapsgeschiedenis en activiteiten van de mens in dit landschap opgeslagen heeft. De Zwarte Beek is een zijrivier van de Demer in het bekken van de Schelde (Beringen, Belgisch Limburg). Ten oosten van Beringen-Koersel is er in de middenloop nog een veengebied aanwezig van meer dan 200 ha. Enkele nieuwe raaien met boringen werden uitgezet om de beste plaats te vinden voor de berging van een sequentie. Bij deze boringen werd het veen gekenmerkt aan de hand van herkenbare macrofossielen van planten. Op de uitgekozen plaats hebben de afzettingen, die de vallei opvullen een dikte van 560 cm. Deze werden vooral op macrofossielen onderzocht. Vier 14C-dateringen en een beperkt aantal niveaus, die op pollen onderzocht werden, geven voldoende informatie om de onderzochte stalen te plaatsen binnen het Laat-Glaciaal of het Holoceen. Een paleovallei is opgevuld met gyttja, dat zeer veel vivianiet bevat, zeggeveen en zand. De sedimentatie startte vroeg in het Laat-Glaciaal. Vanaf het Preboreaal tot het laatste gedeelte van het Atlanticum is er een doorlopende veengroei. De veengroei startte met een verlanding in lokale depressies maar meestal met een vervening op de zachte hellingen. Het grootste gedeelte van het veenpakket is wel opgebouwd als een doorstroomveen. Op enkele niveaus bevat het doorstroomveen veel houtresten. De top van het veen is gedateerd in het laatste gedeelte van het Atlanticum. Het blijft voorlopig een open vraag waarom de tweede helft van het Holoceen ontbreekt in het onderzochte profiel. De aangroei van het holoceen veen werd geschat op 0,73 mm per kalenderjaar. Het percentage koolstof en het organisch gehalte zijn zeer hoog. Dit wijst er op dat de invloed van een rivier op het veen mag worden uitgesloten. De veenlaag in de smalle middenloop is één van de dikste in het Vlaams gewest, is er zeer goed bewaard en is in het Vlaams gewest bijgevolg wellicht het meest geschikt om het landschap te reconstrueren tijdens de eerste helft van het Holoceen. Ze verdient daarvoor bescherming. Dit veengebied van bijna 50 ha wordt nu als natuurgebied beheerd. Elzenbroekbossen en mesotrofe zeggenvenen (kleine zeggenvegetaties) zijn tegenwoordig, net zoals in de eerste helft van het Holoceen, in de vallei aanwezig. |