Popis: |
Het kan zinvol zijn om overgewicht bij peuters en kleuters aan te pakken. Dit blijkt uit promotieonderzoek van kinderarts Gianni Bocca. Zelfs na drie jaar zijn er nog positieve effecten meetbaar. Bocca en de zijnen vergeleken conventionele zorg met een multidisciplinair interventieprogramma van 16 weken. De conventionele zorg bestond uit 3 adviesgesprekken van 30 tot 60 minuten met kind en ouders over gezonde leefstijl, gevoerd met een kinderarts in opleiding. De interventie bestond voor het gezin uit 6 sessies met een diëtist en 12 groepssessies onder begeleiding van een fysiotherapeut. Voor de ouders alleen volgde nog eens 6 maal 2 uur gedragstherapie, ook in groepen, onder begeleiding van een psycholoog. Er deden 75 kinderen mee van 3 tot 5 jaar met overgewicht of obesitas, waarvan na een jaar ongeveer nog driekwart over was om gegevens van te analyseren. In beide groepen werden resultaten behaald, zoals daling van BMI, maar in de interventiegroep was dat direct na afloop van het programma en na een jaar beter dan in de conventionele groep. Na drie jaar was er in beide groepen nog steeds sprake van een lagere BMI en toename van vetvrije massa. Tussen beide groepen was geen significant verschil meer. Of hiermee het definitieve bewijs is geleverd dat zo’n intensief programma beter is dan goede begeleiding door een kinderarts, is de vraag. Hoe dan ook is aangetoond dat bij deze zeer jonge kinderen ingrijpen wel wat kan opleveren. Overbodige luxe lijkt dat niet te zijn: bij driekwart van deze kinderen was sprake van hypertensie, bij 7 procent van een verhoogde triglyceridenspiegel en bij 8 procent van gestoorde glucosetolerantie. Sophie Broersen |