Autor: |
Schulten, N., Doosje, B., Spaaij, R., Kamphuis, J.H. |
Přispěvatelé: |
Sociale Psychologie (Psychologie, FMG), Challenges to Democratic Representation (AISSR, FMG), Cultural Sociology (AISSR, FMG), Klinische Psychologie (Psychologie, FMG) |
Jazyk: |
Dutch; Flemish |
Rok vydání: |
2019 |
Popis: |
Waren de daden van Anders Breivik het werk van een krankzinnige? Is Mohammed B. een psychopaat? Over de rol van psychische stoornissen (psychopathologie) bij terrorisme is nog altijd veel onduidelijk. Er is onderzoek dat de gedachte lijkt te ondersteunen dat terroristen lijden aan psychische stoornissen, maar er zijn ook studies die dit weerspreken. In opdracht van het WODC/Ministerie van Justitie en Veiligheid hebben onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) hier nu een uitgebreide studie naar gedaan. Het team vond geen bewijs dat psychopathologie direct een rol speelt bij terrorisme. ‘Op basis van onze bevindingen kun je niet stellen dat alle terroristen lijden aan psychische stoornissen. Of dat psychopathologie tot terrorisme leidt’, aldus Norah Schulten, een van de onderzoekers. ‘De voorspellingskracht van psychopathologie is heel klein. Dat komt deels omdat, als het al voorkomt, psychopathologie enkel te begrijpen is als een schakel in een complexe, sterk geïndividualiseerde keten van factoren. Je kan psychopathologie wel proberen mee te nemen bij case-management.’ Onderzoeker Norah Schulten deed samen met UvA-collega’s, onder wie Bertjan Doosje en Ramón Spaaij, een uitgebreide review van de wetenschappelijke literatuur op het terrein van psychopathologie en terrorisme. Daarnaast interviewde het onderzoeksteam academische, klinische en praktijk-experts. Eenling versus groepsterrorist De onderzoekers zagen dat de rol van psychopathologie wel iets groter lijkt te zijn bij gewelddadige eenlingen - lone actors zoals Anders Breivik - dan bij groepsterroristen. ‘Zo kunnen schizofrenie, waanstoornissen en autismespectrumstoornissen iets vaker voorkomen bij gewelddadige eenlingen dan bij de algemene bevolking. Maar ook dan komen deze stoornissen bij slechts een minderheid van de lone actors voor en is hun voorspellingskracht heel klein’, licht Doosje toe. ‘Bij groepsterroristen blijken psychische stoornissen niet vaker te zijn vastgesteld (in vergelijking tot de algemene bevolking). Schulten: ‘Deze terroristen lijken vooralsnog dus niet vaak te lijden aan psychische stoornissen, althans niet vaker dan mensen in de algemene bevolking. Dit feit, gecombineerd met het gegeven dat terroristische aanslagen meestal in groepsverband worden gepleegd, verklaart volgens ons de geringe algemene rol van psychopathologie bij terrorisme.’ Het team wijst er wel op dat het opvallend is dat het vaststellen van psychische stoornissen zelden plaatsvindt door zorgvuldige diagnostiek. ‘Dit is meteen ook de beperking van onze studie: de vraag naar de rol van psychopathologie bij terrorisme is met ons rapport slechts voorlopig beantwoord. Toekomstig onderzoek met zorgvuldige diagnostiek kan mogelijk een genuanceerder beeld geven van de relatie tussen psychopathologie en terrorisme’, besluit Doosje. |
Databáze: |
OpenAIRE |
Externí odkaz: |
|