Pathophysiology of thoracic irradiation

Autor: Ghobadi, Ghazaleh
Přispěvatelé: Coppes, Rob, Langendijk, Johannes Albertus, van Luijk, Peter, Research Institute Brain and Cognition (B&C), Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG
Jazyk: angličtina
Rok vydání: 2013
Předmět:
Popis: Radiotherapie speelt een belangrijke rol bij de behandeling van de, in de thorax gelegen tumoren. Ondanks dat moderne bestralingstechnieken ontworpen zijn om de dosis stralingsenergie optimaal in de tumor af te geven, komt er toch een hoeveelheid straling in de omliggend normale weefsels b.v. de longen en/of het hart. Dit kan schade toebrengen aan deze weefsels en aanleiding geven tot levensbedreigende complicaties. Een van de meest voorkomende complicaties na de behandeling met bestraling van thoracale tumoren is respiratoire dysfunctie. 5-20% van de patiënten met thoracale tumoren vooral patiënten met longkanker hebben na deze behandeling last van respiratoire dysfunctie in de vorm van dyspneu. Longkanker is de meest voorkomende oorzaak van kankersterfte in de wereld. Lokaal uitgebreide niet-klein cellig longcarcinoom (NKCLC) is de meest voorkomende vorm van longkanker. Voor patiënten met deze tumoren is behandeling met radiotherapie in combinatie met chemotherapie de enige hoop op genezing. Ondanks deze behandeling sterft de meerderheid van de patiënten binnen twee jaar na de diagnose. Dit komt doordat de optimale dosis om het NKCLC te vernietigen hoger ligt dan tolerantie van het normale weefsels. Momenteel in de radiotherapie van NKCLC, wordt de voorgeschreven bestralingsdosis bepaald door de dosis die de totale kankerpatiënten populatie kan verdragen, dus ook de 5% meest gevoelige. Om een efficiëntere behandeling met radiotherapie te bereiken moet een voor elk individu aangepaste specifieke behandeling de kans op respiratoire dysfunctie verminderen. Dit kan bereikt worden door nauwkeurige voorspelling van het risico, betere preventie en/of behandeling van respiratoire dysfunctie. Bijvoorbeeld in het geval van NKCLC wanneer de risicopopulatie (~ 20% van totale NKCLC patiënten) door nauwkeurige voorspelling van het risico van respiratoire dysfunctie adequaat geïdentificeerd kan worden, de overige 80% van totale NKCLC patiënten de mogelijkheid hebben om met een hogere bestraling dosis te behandeld worden en daardoor een betere tumor controle te krijgen.
Databáze: OpenAIRE