Inleiding
Autor: | Verschuuren, J.M., Bastmeijer, C.J., Goedhart, A.F.F., Hoitink, J.E., Knot, H.J.P., Osieck, E.R., van der Zwiep, K. |
---|---|
Přispěvatelé: | Tilburg Law School |
Jazyk: | Dutch; Flemish |
Rok vydání: | 2001 |
Zdroj: | Europees en internationaal natuurbeschermingsrecht in Nederland. Een nadere bestudering van de gevolgen van de Vogel-en Habitatrichtlijn en het Verdrag van Bern in Nederland, 13-14 STARTPAGE=13;ENDPAGE=14;TITLE=Europees en internationaal natuurbeschermingsrecht in Nederland. Een nadere bestudering van de gevolgen van de Vogel-en Habitatrichtlijn en het Verdrag van Bern in Nederland |
Popis: | Op 21 april 1998 presenteerde de werkgroep internationaal milieurecht van de Vereniging voor Milieurecht, onder voorzitterschap van prof.dr. Ch.W. Backes, haar eindrapport getiteld 'Internationaal milieurecht in Nederland'. In dit rapport wordt vooral ingegaan op de doorwerking van het internationaal milieurecht in de Neder-landse rechtsorde in het algemeen, naast enkele casestudies op deelonderwerpen (afvalstoffen, Antarctica, MARPOL-verdrag en voorzorgbeginsel). Tijdens de discus-sies binnen de werkgroep en ook tijdens de vergadering van de Vereniging op 21 april 1998 werd duidelijk dat vooral op het gebied van de doorwerking van het internatio-nale en Europese natuurbeschermings-recht er veel ontwikkelingen gaande zijn. Zo ontstond het idee om een nieuwe werkgroep internationaal milieurecht te formeren die zich speciaal op dit terrein zou gaan toeleggen. Begin 2000 werden deskundigen op verschillende deelterreinen binnen het inter-nationale en Europese natuurbeschermingsrecht benaderd en gedurende het jaar 2000 werd gediscussieerd over diverse onderwerpen rond het Verdrag inzake internationale handel in bedreigde wilde diersoorten en plantensoorten (CITES, 1984), het Verdrag inzake het behoud van wilde planten en dieren en hun natuurlijke leefmilieu in Europa (Raad van Europa, Verdrag van Bern, 1979), het Verdrag over watergebie-den van internationale betekenis, in het bijzonder als verblijfplaats van watervogels (Verdrag van Ramsar, 1971), het Verdrag inzake de bescherming van migrerende wilde diersoor-ten (UNEP/CMS, Verdrag van Bonn, 1979) en natuurlijk de EG-richtlijn inzake het behoud van de vogelstand (Richtlijn 79/409/EEG) en de EG-richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Richtlijn 92/43/EEG). Dat deze internationale en Europese documenten van groot belang zijn voor de dagelijkse rechtspraktijk in ons land is inmiddels genoegzaam bekend. Dagelijks komen tal van onderwerpen tot ons via de media: het (bijna) uitsterven van de wilde hamster, mogelijke gasboringen in de Waddenzee en de Biesbosch, dreigementen met dwangsommen uit Brussel vanwege het niet-nakomen van de Vogelrichtlijn, geconstateerde overtredingen van CITES op Schiphol, de verhouding van CITES met de WTO-afspraken, etc. Ook binnen de VMR zijn sommige van deze onderwerpen recentelijk aan de orde geweest. Met name kan gewezen worden op de 64e ledenvergadering van de vereniging op 16 juni 1999 getiteld 'Gemeenten en de Vogel- en Habitatrichtlijn'. Van deze vergadering verscheen een publicatie van de hand van prof.dr.Ch.W. Backes, mr. J.A.W.M. Ponten en dr. F. Neumann, waarin reeds veel waardevolle zaken rond beide richtlijnen behandeld zijn. De werkgroep heeft er, gezien het materiaal dat er al ligt, voor gekozen om op deel-onder-werpen rond Vogel- en Habitatrichtlijn en het Verdrag van Bern de diepte in te gaan. We hebben dus niet het internationaal natuur-beschermingsrecht (al dan niet omvattend) w |
Databáze: | OpenAIRE |
Externí odkaz: |