Libanon: Cederrevolutie, zomeroorlog en staatsopbouw

Autor: Brinkel, Th.B.F.M.
Rok vydání: 2009
Předmět:
Zdroj: None
Popis: In de zomer van 2006 werd er oorlog gevoerd tussen de staat Israël en Hezbollah, een zogeheten non-state actor met een politiek-maatschappelijk en een militair karakter. Waar was de regering van Libanon? Is Libanon een fragiele of een falende staat? Dat zijn de vragen waaraan in de bijdrage van Theo Brinkel aandacht wordt besteed. Het artikel tracht in de ontwikkeling van sociale verschijnselen in Libanon relevante tendensen te ontwaren en hun onderlinge verbanden te schetsen. Het Amerikaanse Fund for Peace plaatst Libanon op de achttiende plaats van haar Index van falende staten over 2008, op hetzelfde kritische niveau als Nigeria. Voor de zwakte van de Libanese regering is een aantal redenen aan te wijzen. Ten eerste ontlenen de inwoners van Libanon hun identiteit aan familie en clan en aan hun religieuze identiteit. Omdat de clans en religieuze gemeenschappen over het algemeen samenvallen, zijn er ook sterke culturele verschillen. Deze verschillende gemeenschappen hebben ook hun afzonderlijke media. Ieder geeft een gekleurd beeld van de gebeurtenissen in het land. Er is slechts een zwak gevoel van gemeenschappelijkheid in het Libanese staatsverband. Ten tweede wordt religieuze verscheidenheid in Libanon politiek geaccommodeerd door de toewijzing van politieke functies aan de officieel erkende religieuze gemeenschappen. De president is altijd een Maronitisch christen, de minister-president een soennitisch moslim en de voorzitter van het parlement maakt deel uit van de sjiitische islam. Alle religieuze gemeenschappen zijn proportioneel vertegenwoordigd in de hogere publieke ambten. Het systeem kent een ingebouwd vetorecht voor de president (die een christen is) en de minister-president (een soennitisch moslim). De vetomacht van de parlementsvoorzitter (een sjiitische moslim) is beperkt, want afhankelijk van de meerderheid in de Nationale Vergadering. Ten derde was en is de regering niet in staat in het Zuiden van Libanon de orde te handhaven. De regering beschikt niet over een monopolie op het gebruik van geweld. De radicale sjiitische partij Hezbollah beschikt over een groot wapenarsenaal en is niet bereid te ontwapenen. Hezbollah zet zich met name in voor gelijkberechtiging van de sjiitische bevolkingsgroep en beheert een uitgebreid netwerk van sociale ondersteuning, gezondheidszorg en onderwijs. Na de Zomeroorlog van 2006 heeft Libanon een periode van politieke instabiliteit gekend, die in mei 2008 uitliep op een crisis die het land op de rand van een burgeroorlog leek te brengen. Het akkoord dat daarop gesloten werd kwam neer op een versterking van de positie van Hezbollah, maar bracht tegelijk meer rust in de binnenlandse verhoudingen. Tegelijk zagen analisten een aanscherping van de religieuze en politieke tegenstellingen. Fragiele staten worden gekenmerkt door tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen. In Libanon gaat het om het wantrouwen dat nog steeds bestaat tussen de verschillende clans en religieuze gemeenschappen, waarvan er één in sociaal-economisch opzicht in een achterstandssituatie verkeert. Voor het wantrouwen tussen de religieuze gemeenschappen in Libanon zijn verschillende redenen te vinden, zoals zorg voor het voortbestaan van de eigen gemeenschap, de heersende politieke cultuur, maar ook de hulp die is ingeroepen van buitenlandse mogendheden. Dat wil zeggen dat ook buitenlandse mogendheden een rol spelen in het versterken dan wel verzwakken van de staat Libanon. Het binnenlandse probleem is onderdeel van de internationale spanningen tussen soennieten en sjiieten, tussen de Arabisch/islamitische wereld en Israël, tussen de Verenigde Staten en Iran. Het wantrouwen tussen de verschillende bevolkingsgroepen wordt ten derde versterkt doordat zij ieder steun inroepen van buitenlandse mogendheden: Europese landen en de Verenigde Staten, Syrië, Iran en Israël. Die steun wordt niet om niet gegeven. Libanon is een speelbal in de oorlog tegen het terrorisme. Libanon zou gebaat zijn bij een gecoördineerde internationale inspanning die de belangen van de integriteit van de staat en van zijn inwoners voorop stelt.
Databáze: OpenAIRE