Popis: |
In het huidige middelbareschoolcurriculum is literatuur een afgebakend onderdeel van het vak Nederlands. Leerlingen lezen een voorafbepaald aantal romans die als literair worden beschouwd en moeten daar op het einde van hun schoolcarrière op kunnen reflecteren. Neerlandicus Feike Dietz laat zien dat deze leeslijst een relatief recent fenomeen is. In de achttiende eeuw was de scheiding tussen leren en lezen veel vager. Onder invloed van de Verlichting werd een nieuw soort schoolboek ontwikkeld, waarin bijvoorbeeld aardrijkskundige of historische kennis op een fictionele manier werd gepresenteerd. Zo ving de scholier enerzijds inhoudelijke kennis op, en schaafde hij tegelijkertijd zijn literaire competenties bij. Aan de hand van enkele casussen laat Dietz zien hoe deze integratie van feit en fictie werkte, en hoe het moderne literatuuronderwijs iets kan leren van de achttiende eeuw. |