Clinical relevance of low free protein S levels

Autor: Mulder, René
Přispěvatelé: Kluin-Nelemans, Hanneke, Research Institute Brain and Cognition (B&C)
Jazyk: angličtina
Rok vydání: 2012
Předmět:
Popis: Voor bloedstelping is fibrinevorming nodig. Fibrine ontstaat in een complex proces van interacties tussen tal van verschillende stoffen in het bloed. Normaal gesproken zijn stoffen die stolling bevorderen en stoffen die stolling afremmen met elkaar in evenwicht. Maar dit evenwicht kan verstoord worden, bijvoorbeeld door een erfelijke afwijking. Dan kan het risico op trombose toenemen. René Mulder bracht de rol van de stollingsremmende stof proteïne S bij bloedstelping nader in kaart. Bij het meten van de hoeveelheid van een bepaalde stof in het bloed wordt vaak de ondergrens van een normaalwaardengebied gebruikt als afkapwaarde voor het vaststellen van een deficiëntie. Bij het vaststellen van de hoeveelheid proteïne S is dit echter niet verstandig, stelt Mulder vast. Bij toepassing van de normaalwaardenondergrens als afkapwaarde voor vrij proteïne S zal in veel gevallen onterecht een klinisch relevante proteïne S deficiëntie worden vastgesteld. Recente studies hebben aangetoond dat de functie van proteïne S lijkt samen te hangen met die van een andere stollingsremmende stof, de tissue factor pathway inhibitor (TFPI). Verlaagde proteïne S-waarden zouden gepaard gaan met verlaagde TFPI-spiegels. Mulder vond juist verhoogde TFPI-waarden in een subgroep van patiënten met licht verlaagde vrij proteïne S spiegels en nauwelijks verhoogd risico op trombose. Hij stelt daarom voor om bij een patiënt met een licht verlaagde vrij proteïne S-spiegel ook de TFPI-waarde te meten. Zo kan het risico op trombose beter ingeschat worden, is de verwachting. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen of de aanvullende TFPI-meting nuttig is.
Databáze: OpenAIRE