Popis: |
Het RIVM heeft aanvullend onderzoek gedaan naar de leveringszekerheid van diagnostische en therapeutische radionucliden voor Nederland en naar de effecten van het niet bouwen van de Pallas reactor, de beoogde opvolger van de HFR. Radioactieve stoffen kunnen worden gebruikt om een diagnose te stellen. Ook kunnen ze verschillende soorten kanker behandelen of pijn bestrijden bij terminale patiënten, zogenoemde therapeutische radionucliden. De meeste medische radionucliden worden in Europa gemaakt in zes kernreactoren, waarvan er één in Nederland staat (de HFR). Op één reactor na zijn deze installaties op gevorderde leeftijd en zullen ze vroeg of laat moeten sluiten. De markt is op dit moment fragiel: als één grote reactor of één van de gespecialiseerde laboratoria onverwacht uitvalt, kunnen op wereldschaal leveringsproblemen ontstaan. Bij een onverwachte uitval kunnen de overige reactoren de vraag lang niet altijd opvangen, wat de leveringszekerheid voor de wereld (en dus ook voor Nederland) vrij onzeker maakt. Dat geldt zowel voor diagnostische als therapeutische radionucliden. De vraag naar molybdeen-99/technetium-99m in de wereld zal op de lange termijn stijgen. Geschatte percentages variëren van 5% tot 8% jaarlijkse stijging van de vraag in de opkomende economieën. De groei in de omzet van de therapeutische isotopen zal veel hoger zijn. Bij een vraaggroei voor lutetium-177 van 7% per jaar bijvoorbeeld zijn er al binnen vijf jaar tekorten te verwachten. Om de productieketen van medische radionucliden toekomstbestendig te maken, is een overgang nodig naar een prijsstelling nodig die alle kosten in de keten dekt. In het afgelopen jaar is er meer duidelijkheid gekomen over de aanbodkant van de productie van medische radionucliden. Er zijn initiatieven gaande in Duitsland, Frankrijk en België om de bestaande productiecapaciteit voor medische radionucliden te vergroten en nieuwe capaciteit te bouwen. Zelfs wanneer al deze initiatieven slagen, zullen zij echter niet de productiecapaciteit kunnen vervangen van de reactoren in België (BR2) en Nederland (HFR) die op termijn gaan sluiten. De Europese Commissie heeft onlangs de voorzieningszekerheid van medische radio-isotopen laten onderzoeken. Die studie concludeert dat het, ondanks de genoemde initiatieven, nodig is in de EU nóg een reactor te bouwen om de EU zelfvoorzienend te laten blijven en tekorten op wereldschaal te voorkomen. De studie wijst Pallas hiervoor aan als de gerede kandidaat om de benodigde productiecapaciteit in de komende decennia te garanderen. Nederland is in de unieke positie dat een groot deel van de leveringsketen binnen eigen land aanwezig is: van onderzoek en ontwikkeling, via productie van radionucliden tot de verwerking daarvan tot radiofarmaceutische producten. Hierdoor heeft Nederland ook een goede positie om het land te blijven waar nieuwe radiofarmaceutische producten ontwikkeld worden. De nabijheid van academische ziekenhuizen, een reactor, gespecialiseerde laboratoria dragen daaraan bij. Mocht de HFR sluiten zonder dat de Pallas-reactor wordt gerealiseerd, dan verliest Nederland haar positie binnen die leveringsketen. De kans is dan groot dat de radiofarmacie haar werk van Petten naar het buitenland zal verplaatsen. Daarnaast zal dit grote en negatieve gevolgen hebben voor de (lokale) werkgelegenheid in de nucleaire sector: een derde van de mensen die in Nederland in de nucleaire sector werken en ongeveer 1000 bij toeleveranciers zullen hun baan verliezen. De nucleaire kennisinfrastructuur zal hieronder lijden. Ook vervallen dan de diensten die vanuit Petten worden geleverd aan de nucleaire industrie, andere industrietakken en overheden. Aanvulling In Amerika wordt gebouwd aan het SHINE-project. Deze installatie is een gevorderd nieuwbouwproject voor het maken van onder meer molybdeen-99. SHINE heeft besloten om ook een vestiging in Europa te openen. Waar deze vestiging zal komen staat nog niet vast, dat zou in Nederland kunnen zijn. De Europese fabriek wordt een kopie van de Amerikaanse. SHINE geeft zelf aan dat deze tweede fabriek in Europa in 2025 al grote hoeveelheden molybdeen-99 op de markt zal kunnen brengen. Dit is mogelijk wat optimistisch. Naast molybdeen-99 beoogt het SHINE-concept ook het radionuclide jodium-131 te leveren, dat is een therapeutisch radionuclide voor de behandeling van schildklierkanker. SHINE geeft zelf aan binnenkort lutetium(-177)chloride te kunnen leveren, waarbij het lutetium in reactoren wordt bestraald. Op de langere duur verwacht SHINE deze bestraling ook met hun eigen apparatuur te kunnen doen. We verwachten niet dat met het SHINE-concept binnen tientallen jaren mogelijk zal zijn het hele palet aan reactor-geproduceerde medische radionucliden te maken. Het SHINE-concept is daarmee geen complete vervanging van een reactor die medische radionucliden maakt. |