Popis: |
Doel van de studie was het maken van schattingen voor het gebruik, de emissies en de verspreiding van lindaan in het Rijnstroomgebied in de periode 1985 - 2000. Het gebruik van lindaan is geschat aan de hand van gegevens over de toepassing in landbouw in de zogenaamde Rijnoeverstaten: Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland. Voor de periode 1990 - 2000 worden geen veranderingen verwacht omdat geen maatregelen gepland zijn in bovengenoemde landen. Voor het begin van de negentiger jaren wordt dit beeld bevestigd door meetgegevens. Zes belangrijke emissieroutes zijn onderscheiden: toepassingen in de landbouw ; erosie ; huishoudelijk gebruik ; atmosferische depositie zowel direct op oppervlaktewater als wel via verhard en onverhard oppervlak. In 1985 werd 70% van alle emissies veroorzaakt door landbouw en atmosferische depositie. In 1990 waren landbouw en huishoudens tezamen verantwoordelijk voor 90% van alle lindaanemissies binnen het Rijnstroomgebied. Om de verspreiding van lindaan in het oppervlaktewater te berekenen, is het model DELTAWAT gebruikt. Aan de hand van vergelijkingen tussen berekende en gemeten waarden wordt geconcludeerd dat in 1985 de emissies worden overschat met een factor tussen 1 en 2, terwijl de schattingen voor 1990 tamelijk nauwkeurig zijn. Een nadere analyse van de bronnen werd niet uitgevoerd omdat de berekende vrachten erg onbetrouwbaar bleken te zijn. Als er van uit wordt gegaan dat de emissies in 1985 zijn overschat met een factor tussen 1 en 2 en de schattingen voor de emissies in 1995 een maximale onnauwkeurigheid hebben van 50%, is het zeer waarschijnlijk dat de doelstelling, die de Internationale Rijncommissie (IRC) gesteld heeft ten aanzien van het reduceren van emissies, gehaald wordt. De lindaan waterkwaliteitsdoelstelling van de IRC zal daarentegen waarschijnlijk zelfs bij benadering niet gehaald worden in het overgrote deel van het Rijnstroomgebied. De conclusie moet dan wezen dat beide IRC-doelstellingen niet met elkaar in overeenstemming zijn. |