Ruimtelijk effect zonering emissiereducties landbouw

Autor: Bleeker, A, Jones, P, Westerhoff, E, Hazelhorst, S, van der Maas, W, Roest, G
Jazyk: Dutch; Flemish
Rok vydání: 2021
Předmět:
Popis: De overheid wil onderzoeken op welke plekken in Nederland een lagere uitstoot uit de landbouw de natuur het meest verbetert. Het RIVM heeft daarom het effect berekend van verschillende varianten die elk de totale uitstoot uit de landbouw met 30 kiloton ammoniak verminderen. Deze varianten zijn daarna vergeleken met een referentievariant. Bij de referentievariant wordt de vermindering van 30 kiloton in gelijke mate verdeeld over alle landbouwbedrijven in Nederland. De varianten lopen uiteen. Zo is gekeken naar een maximale verlaging van de neerslag op de gevoelige natuur (de vracht). Maar ook naar een gebiedsgerichtere aanpak met zones die meer of minder geschikt zijn voor landbouw. Ook zijn er varianten gecombineerd. Verder is voor het veenweidegebied berekend wat het effect op de stikstofdepositie is van de maatregelen die vanwege klimaatbeleid worden genomen. Het blijkt, afhankelijk van de variant, 15 tot 39 procent effectiever om de uitstoot gerichter aan te pakken dan de uitstoot van elk landbouwbedrijf in Nederland te verminderen (de referentievariant). Effectiever betekent hier dat er op steeds minder natuuroppervlak te veel stikstof neerslaat. Hoe dichter een landbouwbedrijf bij een natuurgebied ligt, hoe groter het effect op de depositie in dat gebied is. De stikstofdepositie daalt daarom het meest als er in een zone van 1 kilometer rond de Natura2000-gebieden geen stikstof meer wordt uitgestoten, in combinatie met de variant met een maximale verlaging van de vracht. Volgens het RIVM heeft het beperkingen als beleid er alleen op is gericht om de stikstofdepositie op stikstofgevoelige natuur gemiddeld zo effectief mogelijk te laten dalen. Daarmee worden vooral grote gebieden in het midden van Nederland (zoals de Veluwe) ontlast. Het RIVM beveelt aan om bij beleidskeuzes ook andere factoren mee te wegen. Voorbeelden zijn de mate waarin een natuurgebied overbelast is met stikstof, en in hoeverre het effect van de verlaging regionaal uitpakt. Daarnaast beveelt het RIVM aan niet alleen te sturen op minder overschrijdingen van de maximaal aanvaardbare stikstofbelasting van de natuur (de kritische depositiewaarde), maar er ook op te letten hoe de kwaliteit van de natuur zich ontwikkelt. Dit onderzoek is gedaan in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Aanleiding is de wens van het kabinet om een vervolgstap te nemen in de stikstofproblematiek. In het onderzoek is niet gekeken of het stikstofbeleid positieve effecten heeft op klimaat en de waterkwaliteit.
Databáze: OpenAIRE