Popis: |
Momenteel worden pas bij extreme winterse omstandigheden maatregelen getroffen om gezondheidsrisico's van koude te voorkomen. Aangezien in Europa de meeste 'seizoensdoden' in de wintermaanden vallen, is het raadzaam eerder voorbereidingen te treffen. De wintersterfte treedt in Nederland namelijk al op zodra de gemiddelde (etmaal)temperatuur onder de 16,5 graden Celsius daalt. Oorzaken van de oversterfte zijn hart- en vaatziekten, longziekten en psychische stoornissen. Het aantal sterfgevallen kan mogelijk worden verminderd. Daarom heeft het RIVM, in opdracht van het ministerie van VWS, met de GGD'en de richtlijn 'Gezondheidsrisico's van winterse omstandigheden' ontwikkeld. Hierbij wordt uitgegaan van de verwachte gevoelstemperatuur, de combinatie van temperatuur en windsnelheid. De richtlijn concentreert zich vooral op risicogroepen, zoals buitenslapers, 65-plussers, chronisch zieken (in het bijzonder met hart- en vaatziekten en longaandoeningen) en kinderen. De richtlijn helpt om de omvang van gezondheidsrisico's in schatten, bij de publiekscommunicatie en bij te nemen maatregelen om gezondheidsrisico's te voorkomen. Behalve een analyse van oorzaken van wintersterfte bevat de richtlijn aanbevelingen om wintersterfte te voorkomen. De adviezen zijn vooral gericht op de risicogroepen, maar er zijn ook aanbevelingen voor de algemene bevolking opgenomen. Er zijn twee momenten om burgers te informeren: preventief, voorafgaand aan het stookseizoen (rond 1 oktober), en reactief, bij gezondheidsbedreigende winterse weersomstandigheden. Voorbeelden van specifieke reactieve adviezen zijn extra maatregelen voor buitenslapers en behoud van nutsvoorzieningen voor wanbetalers. Ook kan de mantelzorg beter worden geinformeerd om ouderen voor te bereiden op de koude weersomstandigheden. De GGD adviseert gemeenten en informeert burgers en zorgverleners. De richtlijn ondersteunt de rol van de GGD bij deze problematiek. |