Anaforische inferenties: Het begrip van verwijswoorden door leerlingen in de middenbouw en bovenbouw van het basisonderwijs [Anaphorical inferences: The comprehension of reference words by students in primary education]

Rok vydání: 2019
Popis: In deze studie werd onderzocht hoe goed leerlingen in groep 5, 6 en 8 van de basisschool verwijswoorden (anaforen) kunnen koppelen aan de voorafgaande referent. Dit betreft de referentiële coherentie en wordt achterwaarts infereren genoemd. Er werd gebruik gemaakt van een toets met zowel narratieve als informatieve teksten, waarbij leerlingen uit groep 5 en 8 (studie 1) en groep 6 (studie 2) de referent bij een anafoor moesten opschrijven. Ook de toetsgegevens van Begrijpend lezen, Woordenschat, Technisch lezen en Verbaal werkgeheugen werden in het onderzoek opgenomen. Leerlingen in groep 8 hadden een beter begrip van de anafoor-referent relatie dan leerlingen in groep 5, een grote afstand tussen anafoor en referent had een nadelige invloed op het begrip, en personale anaforen werden beter begrepen dan demonstratieve anaforen (studie 1). Personale anaforen werden ook beter begrepen dan anaforen in de vorm van een hyperoniem (studie 2). In beide studies hadden zwakkere lezers meer moeite met achterwaarts infereren dan sterkere lezers. In groep 6 en met name in groep 8 bleek anaforische inferentievaardigheid een onafhankelijke voorspeller voor begrijpend lezen. De bevindingen worden gekoppeld aan cognitieve en linguïstische verklaringen. Enkele implicaties voor instructie in het leesonderwijs worden genoemd. English abstract: The current research focuses on the understanding of referral words (anaphors) by students at primary school. Relating anaphors to previous information in a text is called backward inferencing and is part of the referential coherence. An inference test with informative and narrative texts was administered to students at grade 3 and grade 6 (study 1) and grade 4 (study 2). Additional scores of Reading comprehension, Vocabulary, Word decoding and Verbal working memory were included. Backward inferencing proficiency was influenced by the age of the students, the distance between anaphor and referent, and the type of anaphor (personal vs. indicative pronoun). Personal pronoun anaphors were understood better than indicative pronoun anaphors as well as noun phrase anaphors. For weak readers, as compared to proficient readers, backward inferencing was more difficult. Backward inferencing was found to be an independent predictor for reading comprehension in grade 4 and grade 6. Results are explained from a cognitive and linguistic perspective. Some implications for reading instruction in primary education are described.
Databáze: OpenAIRE