Popis: |
De freatische bergingscoefficient in het hooggelegen zandgebied van de Utrechtse Heuvelrug werd gelijkgesteld aan de volume fractie lucht in de zandondergrond bij veldcapaciteit. Voor de dekzandgebieden aan de flanken van de Utrechtse Heuvelrug werd de freatische bergingscoefficient geschat op 0,15. Voor het resterende gedeelte van de Utrechtse Heuvelrug met grof tot zeer grof zand in de ondergrond werd de freatische bergingscoefficient geschat op 0,30. De grondwateraanvulling in het gebied werd berekend als functie van de plaats en de tijd. Het model MUST werd gebruikt voor de berekening van de potentiele verdamping, terwijl het model ONZAT werd gebruikt voor de berekening van de grondwateraanvulling. De berekende vertraging van het neerslagoverschot in de onverzadigde zone blijkt groter te zijn dan de vertraging, die volgt uit een analyse van het stijghoogte verloop in het gebied. |