Popis: |
In de zomer van 2017 is maatschappelijke zorg ontstaan vanwege de vondst van fipronil in eieren als gevolg van illegaal gebruik. Hierdoor is onder andere de vraag gerezen of werknemers in stallen die met fipronil zijn behandeld aan deze stof zijn blootgesteld. Zowel tijdens normale werkzaamheden, zoals eieren rapen, als tijdens intensieve werkzaamheden in de vrije-uitloopstallen blijkt de blootstelling laag. In een stal met kooihuisvesting kan bij intensieve werkzaamheden, dat wil zeggen gedurende 4 uur huidcontact met materialen in de stal, de norm voor werknemers worden overschreden. Het is niet waarschijnlijk dat dit vaak heeft plaatsgevonden. Dit blijkt uit onderzoek dat het RIVM heeft uitgevoerd. Hiervoor zijn concentraties fipronil in en rondom 12 pluimveestallen bepaald. Op basis daarvan is de blootstelling aan fipronil geschat van mensen die werken in en rondom met stallen die met fipronil zijn behandeld. Voor de analyses heeft het RIVM in veeg-, stof-en mestmonsters het gehalte fipronil bepaald. De blootstelling aan fipronil vindt voornamelijk plaats doordat werknemers via de huid in contact kunnen komen met materialen in de stal en in mindere mate met kippenmest. Inademing van fipronil via stof draagt niet veel bij aan de blootstelling. In dit onderzoek is het eten van besmette eieren niet meegenomen, noch de blootstelling door contact met de kippen zelf. Van de 12 onderzochte stallen zijn er 11 behandeld met fipronil. De stal waar geen fipronil was gebruikt diende als controle. Een van de behandelde stallen was een kooihuisvesting, de rest van de stallen waren scharrel/vrije-uitloopstallen. Eén van de behandelde stallen was al schoongemaakt voordat de metingen werden uitgevoerd. In alle stallen zijn sporen van fipronil gevonden. Ook in de controlestal bleken sporen van fipronil aanwezig. Hoe dat mogelijk is, is niet onderzocht. |