Popis: |
Een aantal gespecialiseerde bedrijven die zich in Nederland bezig houden met de teelt en handel van Zantedeschiaknollen zijn geconfronteerd met het fenomeen van vermeende vorstschade in knolmateriaal van Zantedeschia waardoor problemen in de bloementeelt zouden zijn ontstaan. Uit dit onderzoek is duidelijk geworden dat Zantedeschiaknollen uitermate gevoelig zijn voor het ontstaan van vorstschade. Wel kunnen lang bewaarde, en meer uitgedroogde Zantedeschiaknollen voor een zeer korte tijd nog net een temperatuur van 0°C verdragen terwijl verse knollen daarbij al snel vorstschade kunnen oplopen. Uit de suikerbepalingen bleek dat in de lang bewaarde Zantedeschiaknollen meer suiker kon worden gemeten dan in de vers geoogste Zantedeschiaknollen (oude knol = 20,2% en nieuwe knol = 11,9%). Er was echter geen betrouwbaar verschil in suikerwaarde te meten tussen de controle (aanvang meting) en de -2°C bewaring. Vooralsnog moet dan ook op basis van de nu vastgestelde suikergehaltes worden gesteld dat suikerbepalingen van spruit- of knolweefsel van Zantedeschiaknollen geen betrouwbare indicatie oplevert voor vorstschade. De geplante Zantedeschiaknollen (oude oogst) gaven een normale opkomst te zien van knollen uit de bewaring van 9°C en 0°C. Uit de Zantedeschiaknollen die waren bewaard bij -2°C groeiden geen normale planten uit en gingen de knollen verloren door secundair bederf. |