From conflict to cooperation

Jazyk: angličtina
Rok vydání: 2017
Popis: Een verzoenende politie is zo gek nog niet… Politieagenten zijn meer dan onderdeel van de sterke arm der wet en burgers meer dan ingezetenen van het Koninkrijk der Nederlanden. Politie en burgers zijn ook mensen, die met elkaar in relatie staan. Ze hebben elkaar onmiskenbaar hard nodig in het bewerkstelligen van een veilig Nederland. In elke relatie doen zich conflicten voor; deze hebben zelfs een belangrijke functie. Conflicten verhelderen, verdiepen en versterken een relatie. Tenminste, áls er na het conflict maar sprake van verzoening is. Ook politie-burger contacten leiden zo nu en dan tot de nodige openlijke kritiek, frustraties, onvrede en verdere escalatie, met name als het gaat om het al dan niet gepast aanwenden van geweld. Deze thesis richt zich op openlijke conflicten tussen de politie en burgers. Ze verkent of de relatie(s) tussen betrokken en de wijze waarop contacten tussen politie en burgers na conflicten verlopen van invloed zijn op elkaar. Ook wordt verkend of verzoenen positief van invloed kan zijn op politie-burger relaties. Dit gebeurt aan de hand van een kwalitatieve analyse van de reflecties van betrokken bij verschillende politie-burger conflictcasussen op groepsniveau én aan hand reflecties van wijkagenten op conflict en verzoening. De belangrijkste conclusies: • De denkbeelden die politie en burgers hebben over de relatie met de ander, zijn van invloed op de wijze waarop zij contact hebben na een openlijk politie-burger conflict; • Verzoening is positief van invloed op de relatie tussen burgers en politie die betrokken zijn in een openlijk conflict. • Niet alleen wetten, regels, protocollen en (grond)rechten zijn belangrijk zijn in de relatie tussen politie en burgers maar óók dat contact zelf. • We moeten (h)erkennen hoe deze intermenselijke component van de politie-burger positief én negatief van invloed kan zijn op het verloop van politie-burger contacten en voorts effectief politiewerk. Uit de conclusies volgt dat een effectieve politie die met beide benen in de maatschappij wil staan, die er voor iedereen wil zijn, een relationeel perspectief hanteert. Daarbij wordt de relatie met iedereen die belangrijk is in effectief politiewerk gezien als een serieuze zaak. In tijden van relatieve rust investeert zo’n politie weloverwogen en (pro)actief in het bouwen en onderhouden van relaties. Zo’n politie (h)erkent ook dat álle politiemensen daarin een verantwoordelijkheid hebben. Want wat één politievertegenwoordiger doet ís van invloed op hoe men denkt over de relatie met de politie als instituut. En dus ook op de manier waarop men zich opstelt in contacten met andere vertegenwoordigers van dat instituut. Een politie die een relationeel perspectief hanteert probeert om dit gegeven ten goede aan te wenden; door in direct contact, indien de situatie dat toelaat, de nadruk te leggen op gedeelde doelen en behoeften, op verenigbare normen en waarden en op wat ‘wij’ kunnen betekenen voor een veilige leefomgeving. Een effectieve politie die een relationeel perspectief hanteert en in staat is om zichzelf te zien als (keten)partner, verzoent; zij is in staat om na een conflict of bij maatschappelijke onrust samenwerking te bewerkstelligen en verdiepen. Daarom zoekt zij actief en weloverwogen contact en samenwerking met die partijen die van belang zijn in het voorkomen van escalatie. De waarde van direct contact wordt daarbij niet onderschat: als dit uitblijft of (te) lang op zich laat wachten wordt dit geïnterpreteerd als desinteresse wat weer negatief van invloed kan zijn op hoe men denkt over de relatie met de politie als instituut. Dit is temeer belangrijk aangezien openlijke conflicten en maatschappelijke onrust niet onopgemerkt blijven en er via de (social) media ook anderen die niet direct betrokken zijn, geïnformeerd en deelgenoot gemaakt worden.
Databáze: OpenAIRE