Popis: |
In dit artikel wordt onderzocht of een gebrekkige start op de arbeidsmarkt (dat wil zeggen, tijdelijk werk en overscholing in de eerste baan) blijvende, nadelige gevolgen heeft voor de latere arbeidsmarktpositie van individuen in Nederland. De empirische analyse is gebaseerd op gegevens van het Nederlandse deel van het Internationaal Sociaal Survey Programma (ISSP) van 2005 en 2006. De analytische steekproef bevat maximaal 828 respondenten, die het initieel onderwijs hebben verlaten in de periode 1970-2006 en van wie informatie beschikbaar is over baankenmerken van hun eerste en huidige arbeidsmarktpositie. De resultaten suggereren dat een ‘slechte’ start permanente, negatieve gevolgen heeft voor de latere arbeidsmarktpositie van individuen, daarbij duidelijk steungevend aan de valhypothese. Alleen de bevinding van een afnemend positief effect van tijdelijk werk in de eerste baan op de latere kans om tewerkgesteld te zijn in een tijdelijke baan geeft enige evidentie voor de brughypothese. Tot slot is er enige heterogeniteit gevonden in de effecten van een gebrekkige start met betrekking tot etniciteit en de macro-economische omstandigheden waaronder cohorten de arbeidsmarkt betreden. |