Popis: |
Het RIVM heeft bij omwonenden van 14 luchthavens onderzocht aan hoeveel geluid ze blootstaan en welke invloed dit had op de (mate van) hinder en slaapverstoring. De relatie tussen de blootstelling aan vliegtuiggeluid en de mate van hinder of slaapverstoring heet een blootstelling-responsrelatie (BR-relatie). De luchthavens waren Schiphol, Groningen, Rotterdam, Lelystad, Eindhoven en Maastricht en 8 militaire luchthavens. In 2002 deed het RIVM al onderzoek om BR-relaties voor hinder en slaapverstoring te bepalen, maar toen alleen voor de luchthaven Schiphol. De BR-relaties van Schiphol werden daarna ook voor de andere luchthavens gebruikt. In het huidige onderzoek zijn de BR-relaties opnieuw bepaald op basis van gegevens uit 2020. Dit is voor elke luchthaven apart gedaan. De uitkomsten zijn vergeleken met de BR-relaties voor Schiphol uit 2002. Hieruit blijkt dat de blootstelling-respons relatie voor Schiphol uit 2002 geen goede beschrijving meer is voor de huidige relatie tussen vliegtuiggeluid en hinder en slaapverstoring rond Schiphol. Datzelfde geldt ook voor de beschrijving voor de regionale luchthavens. Meer omwonenden van vrijwel alle luchthavens ervaren bij dezelfde hoeveelheid geluid in 2020 ernstige hinder en ernstige slaapverstoring dan in 2002. Uit het onderzoek blijkt dat de relatie tussen de blootstelling aan vliegtuiggeluid en de mate van hinder of slaapverstoring per luchthaven anders is dan die van Schiphol en dat daarom per (regionale) luchthaven een eigen BR-relatie nodig is. Het RIVM gebruikt voor dit onderzoek gegevens uit de Gezondheidsmonitor 2020 van de GGD. Deze monitor gaat over hoe omwonenden hun gezondheid ervaren. De Gezondheidsmonitor vraagt niet naar andere omstandigheden dan de mate van hinder en slaapverstoring. Meer inzicht in deze omstandigheden is nodig om nauwkeuriger in beeld te brengen waardoor mensen gehinderd of slaapverstoord zijn. Voorbeelden zijn de houding van mensen ten opzichte van de luchthaven en de individuele gevoeligheid voor geluid. De corona-epidemie heeft mogelijk invloed gehad op de resultaten van het onderzoek uit 2020. Bewoners van de gemeenten rond luchthavens hebben in 2020 meer ernstige hinder ervaren dan in 2016, terwijl er bij de meeste luchthavens minder is gevlogen. Een mogelijke verklaring is dat mensen vanwege de coronamaatregelen meer thuis werkten en daardoor meer of vaker vliegtuiggeluid hebben gehoord. Het RIVM heeft dit keer ook een andere methode (spline-methode) gebruikt om een BR-relatie te maken. Deze methode is ingewikkelder om uit te voeren maar laat de relatie tussen de blootstelling en ervaren ernstige hinder preciezer zien. Het RIVM beveelt aan vaker BR-relaties rondom luchthavens te updaten. Daarnaast beveelt het RIVM aan om voor elke luchthaven een eigen BR-relatie te gebruiken en deze in de toekomst met de spline-methode te bepalen. Dit onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van de Programmatische Aanpak Meten Vliegtuiggeluid (PAMV) in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). |