Popis: |
Cognitie bij patiënten die zijn behandeld voor hypofyseziektes Hypofyseziektes worden gekarakteriseerd door afwijkingen die ontstaan door een tekort of teveel aan hypofyse hormonen of door locale drukeffecten. De oorzaak van een hypofyse aandoening is meestal een goedaardige hypofysetumor uitgaande van de hypofysevoorkwab. De behandeling bestaat doorgaans uit hypofysechirurgie, eventueel gevolgd door radiotherapie indien er sprake is van een tumor rest of hergroei. Hormonale therapie is noodzakelijk als er hormonale verstoringen zijn ten gevolge van de hypofyseziekte zelf, de chirurgie en/of radiotherapie. Vanuit de literatuur zijn er aanwijzingen dat deze verschillende behandelvormen voor hypofyseaandoeningen een effect kunnen hebben op het cognitief functioneren. Deze bevindingen zijn echter meestal gebaseerd op kleine en heterogene patiëntenpopulaties. Daarom hebben wij gekeken naar de effecten van radiotherapie en hormonale en medische therapie op cognitie in grote homogene hypofyse patiëntenpopulaties. Wij vonden dat de conventionele meervelden radiotherapie technieken en gefractioneerde bestralingsplannen geen grote effect hebben op het geheugen en het executief functioneren bij patiënten die waren behandeld voor een niet functionerend hypofyse adenoom. Daarnaast vonden we dat cognitief disfunctioneren geen effect is van succesvol behandelde acromegalie of van groeihormoon onderdrukkende medicatie. Ten slotte vonden wij dat patiënten die zijn behandeld voor secundaire bijnierschorsinsufficiëntie selectieve beperkingen hebben in de cognitieve domeinen van het geheugen, de aandacht, het executief functioneren en de sociale cognitie. |