Popis: |
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verstrekt 24 uur per dag telefonische informatie over de mogelijke gevolgen en behandeling van patienten met gezondheidsbedreigende aandoeningen als gevolg van blootstelling aan chemische stoffen. Het NVIC is in Nederland het centrale aanspreekpunt in het geval van (potentiele) acute vergiftigingen en wordt veelvuldig geconsulteerd door medici en andere hulpverleners zoals politie en brandweer. De jaarlijkse stijging van het aantal informatieverzoeken zette zich door in 2003; de vraag steeg van bijna 32.000 consulten in 2002 naar ruim 33.000 in 2003, over in totaal 43.948 verschillende blootstellingen aan chemische verbindingen. Dit overzicht is samengesteld om inzicht te geven in de in Nederland meest voorkomende acute vergiftigingen. In hoofdstuk 2 komt de signaleringsfunctie van het NVIC aan bod en wordt aangegeven met welke (consumenten) producten veel intoxicaties voorkwamen en welke stoffen vooral tot potentieel ernstige gezondheidsproblemen aanleiding gaven. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de rol van het NVIC bij calamiteiten en worden ter illustratie een aantal incidenten uit 2003 besproken. Tevens wordt hier het nieuwste door het NVIC ontwikkelde product besproken: een digitaal differentiaal diagnostisch systeem voor chemische stoffen. Dit systeem dient om zo snel mogelijk klachten en symptomen van patienten te kunnen duiden en de veroorzakende stoffen te identificeren. Overdoseringen met geneesmiddelen kwamen veel voor: het NVIC werd over 23.163 blootstellingen aan geneesmiddelen geraadpleegd. Het aantal informatieverzoeken over slaapmiddelen, anxiolytica, antidepressiva en antipsychotica is weer verder toegenomen. Datzelfde geldt voor de pijnstillers paracetamol en ibuprofen. Procentueel de grootste stijger bij de kinderen t/m 12 jaar waren de innames van multivitaminen, met een toename van 25% ten opzichte van 2002. De trend om verpakkingen en vitaminepreparaten op snoep te laten lijken is vanuit het oogpunt van preventie van vergiftigingen zeer ongewenst. Evenzeer geldt dat steeds meer niet-eetbare (cosmetica)producten een voorkomen of verpakking hebben die lijkt op eet- of drinkwaren. Ook deze producten verhogen de kans op vergiftigingen, doordat consumenten, met name kinderen, ze kunnen verwarren met echte voedingsmiddelen en sneller geneigd zijn ze in de mond te steken, op te zuigen of in te slikken. Het aanzien van kunstgebitreinigingstabletten voor pepermuntjes, is bij hoogbejaarden al jaren een oorzaak van accidentele inname van deze tabletten. Kleine kinderen waren het meest frequent betrokken bij (potentiele) vergiftigingen met huishoudmiddelen (vooral schoonmaakmiddelen en petroleumproducten). Tijdens en kort na de grote publieksvoorlichtingscampagne "Giftige Verleiders" van de Stichting Consument en Veiligheid van september 2000 tot voorjaar 2002 leek er sprake te zijn van een daling in het aantal kinderintoxicaties met deze middelen, echter in 2003 is het aantal blootstellingen weer met 19% gestegen ten opzichte van 2002. Voorlichting aan ouders over de gevaren van in huis aanwezige producten blijft noodzakelijk. Het aantal keren dat het NVIC in 2003 is geraadpleegd over acute alcoholintoxicaties bij jongeren van 13 t/m 17 jaar is 63% gestegen ten opzichte van 2002. Het totaal aantal informatieverzoeken over intoxicaties met drugs is eveneens flink toegenomen, met in de laatste 4 jaar bijna een verdubbeling van 656 meldingen in 2000 naar 1210 in 2003. De sterkste stijgers waren te vinden in de groep van de smartproducts, met "energizers" als ginseng en met name efedra. Het aantal intoxicaties met GHB (gammahydroxyboterzuur) heeft zich, na een sterke toename in 2000 en 2001, redelijk gestabiliseerd. |