Popis: |
In de periode maart-april 2022 heeft Antea Group een bureauonderzoek opgesteld en in juni 2022 een inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen uitgevoerd in verband met de voorbereiding van een bestemmingsplan behorende bij de voorgenomen stedenbouwkundige herontwikkeling (plan Nieuw Buurland) in de Staatsliedenbuurt te Utrecht, gemeente Utrecht. Het plangebied ligt ter hoogte van de Slotemaker de Bruïnestraat, de Nolenslaan, de Samuel van Houtenstraat en de Samuel Mullerstraat. Conclusies bureauonderzoek Het plangebied ligt buiten de stad Utrecht en is in de late middeleeuwen ontgonnen. Het plangebied maakt geen deel uit van deze historisch bewoonde zone. Er worden dan ook geen bewoningsresten vanaf de late middeleeuwen in het plangebied verwacht. Bekende gegevens van de ondergrond van het plangebied zijn niet voldoende vlakdekkend om te weten op welke diepte het dekzand zich bevindt en of er sprake is van en dekzandreliëf en of er sprake is van relevante bodemvorming. In principe kunnen erop eventuele hoger gelegen, droge delen van het dekzandreliëf resten uit de steentijd worden aangetroffen. Op basis van ondergrondgegevens uit het plangebied zal naar verwachting het grootste deel van de werkzaamheden plaatsvinden in opgehoogde en verstoorde lagen, ontstaan door (mogelijk) afticheling, het bouwrijp maken en door fundering en onderkeldering van de bestaande bebouwing. Naar aanleiding van deze resultaten werd in samenspraak met de gemeente Utrecht geadviseerd tot het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen (verkennende fase) binnen het plangebied. Conclusies veldonderzoek In het plangebied is de bodem tot minimaal het niveau van een restant komklei opgehoogd en/of verstoord. De bodemopbouw bestaat, globaal gezien en van boven naar beneden, uit meerdere pakketten (sub)recent opgebrachte grond van gemiddeld 1,8 m dik, met hieronder een dun laagje komklei op veen op dekzand. Boven op de komklei ligt in een aantal boringen nog een restant van een historisch ophogingspakket. Het niveau van de het dekzand is in meerdere boringen binnen de einddiepte van circa 3 tot 3,5 m-mv aangetroffen en bestaat vrijwel overal uit verspoeld zand. Het dekzand bevindt zich op een gemiddelde diepte van 2,8 m-mv / 1,5 m -NAP. De top van het zand is over het algemeen verspoeld en vertoont geen kenmerken van bodemvorming. Enkel in boringen 01 en 21B zijn zwakke podzolidatiekenmerken waargenomen in de vorm van een EB-B-C-horizont en AB-C horizont. Tevens ligt het zand in deze boringen iets hoger in het landschap (1,1 respectievelijk 1,3 m -NAP). Er bestaat een kleine (maar niet te verwaarlozen) kans dat er in deze zone archeologische waarden uit de prehistorie in de ondergrond aanwezig zijn. Advisering Geadviseerd wordt om op deze locatie de bodem niet dieper dan 2 m-mv te ontgraven/ verstoren. Concreet gaat het hierbij enkel om bouwvlak 1 op afbeelding 2. Indien dit niet mogelijk is, dan adviseren wij om de aanwezigheid van vindplaatsen te karteren en eventueel te waarderen door middel van een archeologisch proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Dit onderzoek kan pas uitgevoerd worden nadat de huidige bebouwing is gesloopt. Verder kan er pas worden begonnen met ondergrondse sloopwerkzaamheden en ontgravingen nadat het archeologisch onderzoek is afgerond. De overige gedeeltes van het plangebied, te weten bouwvlakken 2 en 3 op afbeelding 2, adviseren we vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Dit is een advies. Het nemen van een selectiebesluit is voorbehouden aan het bevoegd gezag, in deze gemeente Utrecht. Revisiebeheer en uitgesteld selectiebesluit Een eerdere versie van deze rapportage (revisie 00) is voorgelegd aan en beoordeeld door de gemeente Utrecht. De onderhavige versie (revisie 01) betreft een ge-update versie van deze rapportage waarin de op- en aanmerkingen van de bevoegde overheid zijn verwerkt. De gemeente heeft aangegeven pas een selectiebesluit te kunnen nemen als zij de gegevens over de daadwerkelijke graafwerkzaamheden heeft ontvangen. Een (bijna) definitieve funderingstekening en palenplan is noodzakelijk om tot een goede beoordeling te komen. |