Popis: |
In Nederland krijgen kinderen vaccinaties tegen twaalf besmettelijke ziekten. Het RIVM beschrijft elk jaar hoeveel kinderen zijn gevaccineerd (vaccinatiegraad) en de ontwikkelingen binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Ontwikkelingen In 2019 kregen meer mensen baarmoederhalskanker, de bof, kinkhoest en mazelen dan in 2018. Minder mensen kregen meningokokkenziekte W. Sinds 2018 krijgen baby's van 14 maanden en jongeren een vaccinatie aangeboden waaraan meningokokken W is toegevoegd (ACWY-vaccinatie). Eind 2019 is de vaccinatie tegen kinkhoest voor zwangere vrouwen opgenomen in het RVP. Per 1 januari 2020 is het vaccinatieschema aangepast: baby's worden nu gevaccineerd als ze 3, 5 en 11 maanden oud zijn, in plaats van bij 2, 3, 4 en 11 maanden. Als de moeder tijdens de zwangerschap niet tegen kinkhoest is gevaccineerd, krijgt het kind een extra vaccinatie op de leeftijd van 2 maanden. Deze extra vaccinatie wordt ook gegeven in bijzondere situaties, bijvoorbeeld aan kinderen die te vroeg worden geboren. Verder heeft de staatssecretaris van VWS in 2019, op advies van de Gezondheidsraad, besloten om de HPV-vaccinatie aan te gaan passen: deze zal ook aan jongens worden gegeven en op een jongere leeftijd (rond 9 jaar). Ook wordt het voor mensen die de vaccinatie nog niet hebben gehad, mogelijk om deze tot en met 26 jaar alsnog te halen. Deze veranderingen staan voor 2021 gepland. Vaccinatiegraad De landelijke vaccinatiegraad is voor het eerst sinds vijf jaar licht gestegen. Bij zuigelingen, geboren in 2017, geldt dit in het bijzonder voor de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR). Deze is met 0,7 procent gestegen tot 93,6 procent. De landelijke vaccinatiegraad voor de HPV-vaccinatie (baarmoederhalskanker) voor meisjes, geboren in 2005, is met 7,5 procent toegenomen tot 53 procent. |