Popis: |
De visserij op schelpdieren in de Nederlandse kustwateren heeft zich ontwikkeld van een vrije visserij tot een sterk gereguleerde visserij waarbij naast economische ook ecologische doelstellingen nagestreefd worden. In het kader van de uitvoering van dit beleid wordt jaarlijks een bestandsopname van mesheften (Ensis sp.), halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata), en de overige veel voorkomende soorten met een potentieel belang voor visserij, uitgevoerd door Wageningen Marine Research (WMR). Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: programma Wettelijke Onderzoekstaken visserij. In deze rapportage staat het resultaat van de bemonstering van de kustzone in het voorjaar van 2019 en is de 25ste opeenvolgende gebieds-dekkende survey die op deze manier sinds 1995 wordt uitgevoerd. Het primaire doel van deze inventarisatie is een schatting te maken van de bestanden van de economisch en ecologisch belangrijke soorten, te weten, mesheft (Ensis sp.), halfgeknotte strandschelp (Spisula subtruncata), mossel (Mytilus edulis) en kokkel (Cerastoderma edule) in de Nederlandse kustwateren en de daarin gelegen Natura-2000 gebieden Noordzeekustzone, Voordelta, Vlakte van de Raan en de monding van de Westerschelde. Over overige soorten schelpdieren die van economische betekenis kunnen zijn, wordt gerapporteerd indien bestanden van enige omvang aanwezig zijn. In 2019 is dit het geval voor otterschelpen (Lutraria lutraria), venusschelpen (Chamelea striatula) en zaagjes (Donax vittatus). In 2019 werd een totale biomassa geschat van 796,5 miljoen kg vers gewicht aan mesheften en 1.517,9 miljoen kg vers gewicht aan halfgeknotte strandschelpen. Daarnaast is een bestand aangetroffen van 16,4 miljoen kg vers gewicht aan venusschelpen en 16,7 miljoen kg vers gewicht aan zaagjes. Voor otterschelpen is het bestand geschat op 3.424 miljoen individuen. Het bestand aan mosselen is geschat op 3,3 miljoen kg vers gewicht. Het aantal mesheften is bijna drie maal hoger dan in 2018 en wordt grotendeels veroorzaakt door de grote hoeveelheid juveniele mesheften. De biomassa van mesheften lag in 2019 iets hoger: 796,5 miljoen kg vers gewicht tegenover 671,5 miljoen kg vers gewicht in 2018. Van het bestand ligt 24% buiten de Natura-2000 gebieden. Daarnaast zien we een lichte afname in het aantal berekende halfgeknotte strandschelpen terwijl de biomassa is toegenomen tot de hoogst gemeten waarde sinds 1995. De verklaring hiervoor is dat de gemeten strandschelpen groter zijn dan in 2018 en hierdoor een hogere biomassa hebben. Van het bestand ligt 92% buiten de Natura-2000 gebieden. De bestanden aan otterschelpen, zaagjes en venusschelpen zijn licht afgenomen ten opzichte van 2018. Voor de zaagjes valt dit te verklaren door een grote hoeveelheid juveniele beesten. Het bestand aan mosselen is toegenomen tot een redelijke omvang en daarom opgenomen in dit rapport. |