Kasteel d’Ursel in Hingene: from maison de plaisance to ducal lieu de mémoire?
Autor: | Joke Bungeneers, Koen De Vlieger-De Wilde |
---|---|
Jazyk: | angličtina |
Rok vydání: | 2010 |
Předmět: | |
Zdroj: | Périodiques Scientifiques en Édition Électronique. |
Popis: | Koen De Vlieger-De Wilde with Joke Bungeneers, Kasteel d’Ursel in Hingene : from maison de plaisance to a ducal lieu de mémoire ? The stately home at Hingene was the maison de plaisance of the aristocratic d’Ursel family for almost four centuries. They employed a succession of international designers to help them keep up with the latest in domestic culture. In this way, their sixteenth-century ‘ stone house’ evolved into a classical palace by the end of the eighteenth century, paralleling the social advancement of its occupants. Although the d’Ursel family had its roots in the business elite, its members joined the ranks, first of the noblesse de robe and later of the noblesse d’épée. In the course of that transformation, they became barons in 1600, counts in 1636 and dukes in 1717. From the nineteenth century onwards, the dukes served as public authorities at the local, provincial and national level, before opting for a more secluded life in the middle of the twentieth century. They continued to reside at Hingene throughout that period. The steady erosion of the family’s wealth, rising inheritance tax and socio-economic trends culminated in the sale of Kasteel d’Ursel in 1973. Having stood vacant for twenty years under a series of owners, the Antwerp provincial authority bought the estate in 1994. The house has since been given a new life as a venue for musical, cultural, historical and reception activities, in which a place has also been reserved for the memory of its former occupants. Gedurende bijna vier eeuwen fungeerde het kasteel van Hingene als maison de plaisance van de adellijke familie d’Ursel. Met de hulp van internationale ontwerpers volgde ze trouw de veranderingen in de wooncultuur. Zo evolueerde het kasteel van een ‘ steyne huys’ in de 16de eeuw tot een classicistische residentie in de 18de eeuw. Die evolutie verliep parallel met de stijgende status van de bewoners. Hoewel de familie d’Ursel stamde uit de zakenelite, transformeerde ze zich tot ‘ noblesse de robe’ en later ‘ noblesse d’épée’. Ze werden baron in 1600, graaf in 1636 en hertog in 1717. Vanaf de 19de eeuw dienden de hertogen in de openbare bestuursorganen op lokaal, provinciaal en nationaal niveau, tot ze halverwege de 20ste eeuw kozen voor een meer teruggetrokken bestaan. Al die tijd bleven ze in Hingene wonen. In 1973 culmineerden de geleidelijke verbrokkeling van het fortuin, oplopende successierechten en sociaal-economische veranderingen in een verkoop van het kasteel. Na twintig jaar leegstand onder verschillende eigenaars, werd het provinciebestuur van Antwerpen in 1994 de nieuwe eigenaar. Zo kreeg het kasteel een nieuw leven met muzikale, cultuurhistorische en receptieve activiteiten, waarin ook de herinnering aan de vroegere bewoners een plaats heeft gekregen. De Vlieger-De Wilde Koen, Bungeneers Joke. Kasteel d’Ursel in Hingene: from maison de plaisance to ducal lieu de mémoire?. In: Revue belge de philologie et d'histoire, tome 88, fasc. 2, 2010. Histoire médiévale moderne et contemporaine. pp. 455-478. |
Databáze: | OpenAIRE |
Externí odkaz: |