Het oogonderzoek in de jeugdgezondheidszorg op de leeftijd van 3 jaar: ruimte voor verbetering
Autor: | V. Iyer, S. van der Harst, E. Vlasblom, H. M. van Minderhout, A. van Samkar |
---|---|
Rok vydání: | 2017 |
Předmět: | |
Zdroj: | JGZ Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg. 49:124-129 |
ISSN: | 1876-598X 1567-8644 |
DOI: | 10.1007/s12452-017-0125-7 |
Popis: | Achtergrond Nederlandse kinderen krijgen op de leeftijd van 36 maanden op het consultatiebureau een visustest aangeboden met behulp van de Amsterdamse Plaatjes Kaart (APK). Bij een afwijkende APK-uitslag is het mogelijk om een Vroegtijdige Opsporing van Visuele Stoornissen (VOV) onderzoek aan te bieden. Na verwijzing wordt in het ziekenhuis een uitgebreid oogonderzoek gedaan. Een alternatief voor de VOV zou de Bruckner Test Variant (BTV) kunnen zijn. In dit onderzoek wordt nagegaan hoeveel kinderen onterecht verwezen worden naar aanleiding van de APK-testuitslag, of de VOV- en BTV-uitslagen onterechte verwijzingen kunnen voorkomen, en hoe de APK-test wordt uitgevoerd. Methode Tussen oktober 2013 en januari 2014 werden kinderen met een afwijkende uitslag van de APK-test geselecteerd en werd hen een VOV- en BTV-onderzoek aangeboden. Deze resultaten werden vergeleken met het uitgebreide oogonderzoek in het ziekenhuis. Resultaten Van de 1950 driejarigen had 21 % een afwijkende score op de APK-test. Bij 1 op de 4 verwijzingen was een uitslag van het oogonderzoek in het ziekenhuis beschikbaar. Amblyopie, de aandoening waarop het onderzoek in de jeugdgezondheidszorg op de leeftijd van 3 jaar (primair) is gericht, werd bij 9 kinderen van de 101 verwezen kinderen gevonden. Bij 57 % van deze 101 kinderen werd ‘een of andere oogafwijking’ gevonden, maar meestal betrof dat een mogelijke risicofactor voor het ontstaan van amblyopie. De huidige APK-kaart wordt volgens professionals niet geheel gebruikt zoals bedoeld. De APK leidt tot een relatief groot aantal onterechte verwijzingen. Het VOV-onderzoek en de BTV hebben volgens dit onderzoek geen ondersteunende of aanvullende waarde bij het visusonderzoek met de APK. Conclusie De APK-test wordt niet altijd volgens de richtlijn uitgevoerd en resulteert in een groot aantal afwijkende uitslagen en onnodige verwijzingen. Bij de groep kinderen met een afwijkende APK was de VOV evenals de BTV niet voorspellend voor een of andere oogafwijking. |
Databáze: | OpenAIRE |
Externí odkaz: |