Popis: |
‘Ik lach met GROTIUS, en alle die prullen van boeken’, aldus reageerde WIC-directeur Gales, nadat hij voor de zoveelste maal blijk had gegeven van zijn afkeer van juridische procedures en wederom enkele tegenstanders had laten opsluiten zonder enige vorm van proces. Deze rechtsgeschiedenis van Curaçao beschrijft de verhouding tussen de bevolking van Curaçao en het recht en bestuur in drie opeenvolgende tijdvakken. Op de periode van de Caquetios indianen en hun ongeschreven recht volgt de Spaanse periode (1499-1634) waarin wetgeving wordt gebruikt om de veroverde gebieden onder bestuurlijke controle te brengen. Na de inval van de Hollanders in 1634 zijn de bestuurders voornamelijk bezig met het vergaren van privévermogen. Bestuur en rechtspraak hebben voor de meeste directeuren van de WIC een lage prioriteit – zoals ook blijkt uit de titel van dit boek. Naast WIC-ambtenaren springen in de Curaçaose maatschappij in de 17e tot 19e eeuw twee andere bevolkingsgroepen in het oog: de joden en de slaven. Was er voor deze groepen de mogelijkheid een eigen rechtssysteem in stand te houden, en hoe verhield dit zich dan ten opzichte van het recht van de WIC? Rechtspluralisme op Curaçao wordt ook onderzocht in de wijze waarop politie en de rechter kan worden beïnvloed met behulp van magie van de brua-maker. 'Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken' is geschreven voor juristen en geïnteresseerden in de (rechts)geschiedenis van Curaçao. Bastiaan D. van der Velden is rechtshistoricus. Hij promoveerde in 2004 en was van 2006 tot 2009 als wetenschappelijk hoofdmedewerker verbonden aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen op Curaçao. |