Een zuigeling met het syndroom van Horner
Autor: | A. F. H. Smelt, G. Hageman, B. J. Thio |
---|---|
Rok vydání: | 2006 |
Předmět: | |
Zdroj: | Tijdschrift voor kindergeneeskunde. 74:143-146 |
ISSN: | 1875-6840 0376-7442 |
DOI: | 10.1007/bf03061620 |
Popis: | Het syndroom van Horner bij een kind kan een onschuldig fenomeen zijn, maar ook het eerste symptoom van ernstige onderliggende pathologie. Bij pasgeborenen is er in de meeste gevallen geen aanwijsbare onderliggende pathologie. In zeldzame gevallen wordt een neuroblastoom gevonden. Aanbevolen wordt dan ook bij zuigelingen met een geisoleerd congenitaal syndroom van Horner de urine te screenen op catecholaminen. Als deze screening negatief is en er bij lichamelijk onderzoek geen aanwijzingen zijn voor andere onderliggende pathologie kan met regelmatige follow-up worden volstaan. Bij oudere kinderen is er vaker sprake van een onderliggende oorzaak voor het syndroom van Horner, bijvoorbeeld een chirurgische ingreep of ernstige pathologie zoals een neuroblastoom of de ziekte van Hodgkin. Vaak is het niet mogelijk om aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek de plaats van de laesie en de oorzaak ervan vast te stellen. Aanvullend onderzoek is dan geindiceerd. Er wordt aanbevolen alle kinderen boven het jaar die zich presenteren met het syndroom van Horner te screenen op onderliggende pathologie door middel van urinescreening en beeldvormend onderzoek van hoofd, hals, thorax en buik. |
Databáze: | OpenAIRE |
Externí odkaz: |