Het Europese recht als bron van verbintenissen

Autor: Graaff, R. de, Pol, F.Q. van de, Beumers, M.Th., Kluiver, C.C. de, Overheul, M.A., Trapman, L.S.A.
Jazyk: Dutch; Flemish
Rok vydání: 2017
Předmět:
Zdroj: Vijftig weeffouten in het BW. Een ode aan het Burgerlijk Wetboek, ter ere van zijn 25-jarig bestaan, 199-208. Nijmegen: Ars Aequi Libri
STARTPAGE=199;ENDPAGE=208;TITLE=Vijftig weeffouten in het BW. Een ode aan het Burgerlijk Wetboek, ter ere van zijn 25-jarig bestaan
Popis: Artikel 6:1 BW bepaalt dat verbintenissen 'slechts' ontstaan 'indien dit uit de wet voortvloeit'. In de parlementaire stukken over deze regel is veel aandacht voor de verhouding tussen geschreven en ongeschreven recht, maar weinig aandacht voor de vraag uit welk type 'wet' een verbintenis kan voortvloeien. De ontwerpers zullen hebben gedacht aan wetten in materiële zin, opgesteld door de Nederlandse wetgever. Inmiddels weten we dat verbintenissen evengoed kunnen voortvloeien uit het EVRM en uit het primaire en secundaire Unierecht. Dit roept de vraag op of er geleidelijk een weeffout in het Burgerlijk Wetboek is ontstaan. Kan het Europese recht gelden als bron van verbintenissen in de zin van artikel 6:1 BW? Passen deze Europese verbintenissen in het Nederlandse stelsel? En is het noodzakelijk en wenselijk deze verbintenissen in dit stelsel in te weven? In mijn bijdrage probeer ik deze vragen te beantwoorden. Ik onderzoek of de uit het EVRM en het Unierecht voortvloeiende verbintenissen kunnen worden gekwalificeerd als verbintenissen ‘uit de wet’ in de zin van artikel 6:1 BW. Deze zoektocht voert onder meer langs Quint/Te Poel, de parlementaire geschiedenis, de Grondwet, artikel 41 EVRM, Van Gend & Loos, Francovich, Courage/Crehan, verschillende Europese verordeningen, Sturgeon en TenneT/ABB.
Databáze: OpenAIRE