DE ECOLOGISCHE KWALITEIT VAN WATERLOPEN, KANAAL EN VIJVERS IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2013. FYTOPLANKTON, FYTOBENTHOS, MACROFYTEN, MACRO-INVERTEBRATEN & VISSEN

Autor: Stijn Van Onsem, Jan Breine, Ludwig Triest
Přispěvatelé: Algemene Plantkunde en Natuurbeheer
Jazyk: Dutch; Flemish
Rok vydání: 2014
Předmět:
Zdroj: Vrije Universiteit Brussel
Popis: Door het uitvaardigen van de Kaderrichtlijn Water in 2000 nam de geïntegreerde aanpak van gedegradeerde waterlichamen in de Europese Unie een vlucht vooruit. Lidstaten worden verplicht ecologische doelstellingen te halen voor de waterlichamen die in het kader van de richtlijn werden aangemeld. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het om het Kanaal Charleroi-Brussel-Schelde en de waterlopen Zenne en Woluwe. Samen met een aantal vijvers en de Roodkloosterbeek worden de aangemelde waterlichamen sinds 2004 opgevolgd met gebruik van een methodologie voor biologische monitoring die voldoet aan de vereisten van de Kaderrichtlijn Water. Daarbij worden fytoplankton, fytobenthos (diatomeeën), macrofyten, macro-invertebraten en vissen als bio-indicatoren gebruikt. De monitoring die uitgevoerd werd in 2013 omvat alle relevante biologische kwaliteitselementen van belang voor de Kaderrichtlijn Water, en de globale uitslag kan dus vergeleken worden met resultaten bekomen in 2004 en 2007. Data voor de jaren 2009 en 2010 zijn onvolledig aangezien visgegevens ontbreken, maar geven voor de onderzochte organismegroepen een beeld van de temporele evolutie van de toestand van de meetpunten. Op geen enkel staalnamepunt werd in 2013 het globale Goed Ecologisch Potentieel (GEP) bereikt. Opvallend is dat de vaak slechte of ontoereikende staat van de visgemeenschappen in 2013 de algemene kwaliteit in veel gevallen naar beneden haalt. De globale waardering van de onderzochte waterlichamen in 2013 is als volgt: - De Roodkloosterbeek bevindt zich net als in 2004 en 2007 in een 'slechte' toestand. - De Zenne blijft in het Brusselse Gewest nog in een 'slechte' toestand, zowel na het binnen- als bij het buitenstromen van het gewest. - De Woluwe scoorde 'matig' in 2004 terwijl ze 'ontoereikend' scoort in 2007 en 2013. - Voor het kanaal aan de zuidkant van het gewest is er qua appreciatie een evolutie van 'ontoereikend' in 2004 tot 'matig' in 2007 en 2013. Ook aan de noordzijde van het gewest werd er een verbetering waargenomen van 'ontoereikend' in 2004 en 2007 naar 'matig' in 2013. - Voor de vijvers zien we een globale stijging van 'slecht' naar 'ontoereikend' voor de vijver in het Bronnenpark. De grote vijver in Watermaal-Bosvoorde (Watermaalvijver) scoort net als in 2007 'ontoereikend' en de lange vijver van het Woluwepark blijft 'slecht' scoren. Om afwijkingen van het voor de richtlijn beoogde GEP te reduceren, is dikwijls een combinatie van verbetering van chemische waterkwaliteit en herstel van een meer geschikte habitatstructuur noodzakelijk. Het belang van opvolging van gebiomanipuleerde vijvers wordt gedemonstreerd door een verslechtering van de ecologische kwaliteit voor enkele parameters en de toename van de hoeveelheid vis in de Watermaalvijver. Op sommige plaatsen, vooral in het kanaal, kan de dominantie van invasieve exoten problematisch zijn voor beheer en herstel van een oorspronkelijk ecosysteem. De aanwezigheid van exoten en hun impact op het milieu kunnen een belemmering vormen voor het bekomen van de GEP-doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water of de instandhoudingsdoelstellingen opgesteld in de Habitatrichtlijn, zelfs wanneer waterkwaliteit en habitatstructuur voldoende zijn verbeterd.
Databáze: OpenAIRE