Popis: |
Dit onderzoek is in opdracht van de Rekenkamer Zeeland uitgevoerd door Kadaster en Alterra-Wageningen- UR. Het onderzoek prognosticeert de te verwachten oppervlakte aan vrijkomende agrarische bebouwing tussen 2012 en 2030, waarbij is ingezoomd op verschillende kenmerken van de vrijkomende bebouwing. De belangrijkste bevindingen zijn:• In 2012 is 24% van de in 2000 in Zeeland aanwezige agrarische bedrijven beëindigd. In geheel Nederland lag dit percentage op 29,3%. Afwijkingen zien we in de sector Akkerbouw (goed voor 60% van het aantal bedrijven in Zeeland), waar het aandeel bedrijfsbeëindigingen in Zeeland op 22% ligt, tegen 19% in Nederland. In de sector Graasdierhouderij is in Zeeland zelfs sprake van een groei in het aantal bedrijven, terwijl het aantal bedrijven in deze sector in Nederland met 19% is gedaald. Gezien het relatief kleine aandeel bedrijven in deze sector in Zeeland werkt dit -procentueel groteverschil beperkt door in de totale provinciale afname.• In 2012 is in Zeeland 4,2 miljoen vierkante meter agrarische bebouwing (uitgezonderd glastuinbouw) aanwezig. Hiervan heeft 0,6 miljoen m2 geheel of gedeeltelijk een woonfunctie en de overige 3,7 miljoen m2 een bedrijfsmatige functie.• In Zeeland zullen ruim 1.000 bedrijven stoppen tussen 2012 en 2030. Deze bedrijven vertegenwoordigen een bebouwde oppervlakte van 1,3 miljoen m2. Naar schatting is in de periode 2000 tot 2012 1,5 miljoen m2 vrijgekomen.• De tussen 2000 en 2012 vrijgekomen bedrijven hebben een geringere bebouwde oppervlakte dan de erven die naar verwachting tussen 2012 en 2030 zullen vrijkomen. Van de reeds vrijgekomen bedrijven heeft 95% van het aantal bedrijven een bebouwde oppervlakte tot 2.000 m2. Voor de periode 2012-2030 is dat 86% van het aantal erven.• De leeftijdsopbouw van de bedrijfshoofden –ouder dan 50 jaar- is behoorlijk gespreid. Op basis van deze spreiding kunnen we aannemen dat het vrijkomen van de geprognosticeerde VAB’s een redelijk gelijkmatig proces zal zijn tussen 2012 en 2030. Wanneer we uitgaan van het afbouwen van het agrarische bedrijf na het 65e levensjaar, dan zal 36% van de vrijkomende bebouwing (dwz. 36% van1,3 mio m2) pas over 10 tot 15 jaar vrijkomen.• De fijnmazige dooradering van de provincie Zeeland met het Natuurnetwerk Zeeland resulteert er in dat 71% van de VAB’s binnen 500 meter van een natuurgebieden -element ligt.• De logistieke landbouwroutes –en in mindere mate ook het kwaliteitsnetwerk goederenvervoer- zijn fijnmazig aanwezig, waardoor dit slechts beperkt tot onderscheid tussen de VAB’s leidt. De nabijheid tot het beperkte aantal aanknopingspunten op landelijke infrastructurele netwerken speelt naarverwachting ook een rol in de mogelijke herbestemmingspotentie van de• Van alle 429 erven met één of meer cultuurhistorisch gewaardeerde panden komen naar schatting 79 vrij tot aan 2030.• De markt in agrarische erven laat een behoorlijk verschil zien tussen de omvang van aan- en verkopen van vrijkomende agrarische bebouwing en de omvang van niet-vrijkomende agrarische bebouwing. Tussen 2002 en 2011 is 18% van de geprognosticeerde VAB’s verhandeld, tegenover ruim 29% van de niet-VAB’s. Nader onderzoek is nodig om de praktische betekenis van dezeconstatering te duiden. |