Wie eet wat, en wanneer? bij duursport, teamsport en (snel)krachtsport

Autor: Beek, E.J. van der, Inklaar, H., Erp-Baart, A.M.J. van, Keizer, H.A.
Přispěvatelé: Centraal instituut voor voedingsonderzoek TNO
Jazyk: Dutch; Flemish
Rok vydání: 1985
Předmět:
Zdroj: Stuijvenberg, W. van, Sportvoeding, 126-163
Popis: De krachtexplosie waarmee de honderd meter in net tien seconden wordt afgelegd, vergt niet veel meer dan 35 kilocalorieën. Vergeleken met zwoegende etapperenners (1750 kcal per uur als het heel hard gaat), Kanaalzwemmers (1500 kcal) en langlaufers (1600 kcal) schijnt zo'n licht sprintertje maar heel weinig energie te gebruiken. Of toch niet? Om tot die prestatie te komen is heel wat training nodig. En ook dat kost calorieën. Feit is wel dat intensiteit en duur van allerlei sporten aanzienlijk verschillen. Die verschillen zijn er zelfs binnen één sport: de doelverdediger levert een ándere, minder calorieën vretende, prestatie dan een alsmaar sprintjes trekkende spits. En dat heeft nogal wal consequenties voor de voeding.
Databáze: OpenAIRE