PTH analoga: vergelijkbaar of verschillend?

Autor: H. J. J. Verhaar, W. F. Lems
Jazyk: Dutch; Flemish
Rok vydání: 2008
Předmět:
Zdroj: Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, Iss 5 (2008)
Druh dokumentu: article
ISSN: 0167-9228
1875-6832
DOI: 10.1007/BF03078151
Popis: Momenteel bestaan er 2 verschillende PTH-analoga: PTH 1-34 (teriparatide) en PTH 1-84. Teriparatide is in Nederland vanaf februari 2005 verkrijgbaar; inmiddels is sinds januari 2007 ook PTH 1-84 beschikbaar. Teriparatide is geregistreerd voor de behandeling van vastgestelde osteoporose bij postmenopauzale vrouwen en bij mannen met een verhoogd risico op botbreuken, PTH 1-84 voor de behandeling van postmenopauzale vrouwen met een verhoogd fractuurrisico. Teriparatide bestaat uit de eerste 34 aminozuren van het humane parathormoon, op recombinante wijze geproduceerd, het actieve gedeelte van dit hormoon. De resterende 50 aminozuren staan te boek als het “inactieve” gedeelte van het parathormoon. PTH 1-84 daarentegen bestaat uit 84 aminozuren, het “volledige” parathormoon; ook dit wordt recombinant gesynthetiseerd. In dit artikel zal worden ingegaan op de overeenkomsten en de eventuele verschillen in effectiviteit en veiligheid van teriparatide en PTH 1-84. Wat betreft de effectiviteit is voor beide middelen een overtuigende reductie van wervelfracturen aangetoond; alleen voor teriparatide is reductie van niet-wervelfracturen aangetoond. Een andere belangrijke overeenkomst is dat beide middelen sterk anabool werkzaam zijn, het werkingsmechanisme is essentieel verschillend van bisfosfonaten en van strontiumranelaat. Beide middelen zijn daarmee voor oudere patiënten met ernstige osteoporose een welkome aanvulling van het therapeutisch arsenaal. Dit betreft vooral patiënten die ondanks behandeling met bisfosfonaten of raloxifen of strontiumranelaat na twee wervelinzakkingen opnieuw één of meerdere fracturen krijgen (“inadequate response”), dan wel bovengenoemde drie middelen niet verdragen. Het is hierbij van belang dat beide middelen voorgeschreven dienen te worden door de behandelend medisch specialist, bijvoorbeeld de klinisch geriater. Vanwege de hoge kosten van deze medicamenten, worden deze middelen alleen vergoed bij patiënten die aan bovenstaande criteria voldoen.
Databáze: Directory of Open Access Journals