Water quality standards based on human fish consumption : Background document for revision of the WFDmethodology

Autor: Smit CE, van Herwijnen R, Verbruggen EMJ, MSP, M&V
Jazyk: angličtina
Rok vydání: 2017
Předmět:
Popis: Het RIVM werkt mee aan de ontwikkeling van de Europese methodiek waarmee normen voor de waterkwaliteit worden bepaald. Voorgesteld wordt de methodiek op enkele punten aan te passen om de schatting van de waterkwaliteitsnorm te verbeteren. Chemische stoffen kunnen de kwaliteit van oppervlaktewater aantasten, wat schadelijk kan zijn voor mens en dier. De Europese Kaderrichtlijn water (KRW) bepaalt voor een aantal stoffen hoeveel er maximaal in oppervlaktewater mag zitten. Hierbij wordt ook gekeken naar de effecten op mensen van stoffen die zij via het eten van vis uit oppervlaktewater kunnen binnenkrijgen. De huidige berekening van de waterkwaliteitsnorm voor visconsumptie is gebaseerd op de aanname dat mensen dagelijks 115 gram vis eten. Eerder concludeerde het RIVM al dat deze waarde slecht is onderbouwd. Uit de gegevens van de Europese Voedsel en Warenautoriteit (EFSA) blijkt dat de visconsumptie sterk verschilt tussen landen. Maar ook binnen een land zijn er grote verschillen tussen visliefhebbers en mensen die weinig vis eten. Het RIVM stelt voor om te gaan rekenen met een visconsumptie van 1,63 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag. Bij de nieuwe rekenwijze tellen de landen waar veel mensen vis eten zwaarder mee. Op deze manier beschermt de norm, die voor heel Europa geldt, ook de bevolking van landen waar meer vis wordt gegeten. Uitgedrukt in grammen per persoon is het nieuwe getal nagenoeg gelijk aan de bestaande waarde. Het voordeel van de nieuwe berekeningswijze is dat het getal nu herleidbaar is. Verder zijn land-specifieke gegevens relevant om de actuele risico's te beoordelen op locaties waar de Europese normen worden overschreden. De methodiek gaat er ook van uit dat andere blootstellingsroutes in grote mate bijdragen aan de totale hoeveelheid van een stof die mensen binnenkrijgen. Daarom is de bijdrage die vis mag leveren op maximaal 20 procent gesteld. Waar mogelijk zou rekening moeten worden gehouden met de daadwerkelijke bijdrage van vis aan de totale inname van een stof om het risico beter te kunnen inschatten.
Databáze: OpenAIRE