Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2019

Autor: Staritsky, LE, van Aar, F, Heijne, JCM, Götz, HM, Nielen, M, van Sighem, AI, van Benthem, BHB, Visser, M, op de Coul, ELM
Rok vydání: 2020
Předmět:
DOI: 10.21945/rivm-2020-0052
Popis: In 2019 hebben vrijwel evenveel mensen zich bij een Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) laten testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) als in 2018. Het percentage dat daadwerkelijk een soa had, is licht gestegen. Chlamydia bleef de meest voorkomende soa onder heteroseksuelen. Bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) kwam gonorroe het meest voor. Bij huisartspraktijken nam het aantal soaconsulten toe onder alle leeftijden. Bij CSG's kunnen mensen die een grotere kans hebben op een soa, bijvoorbeeld jongeren onder de 25, zich gratis laten testen. In 2019 zijn er in totaal 150.782 consulten geregistreerd bij de CSG's. Het aantal consulten nam af onder vrouwen en heteroseksuele mannen, maar nam toe bij MSM. Bij 19 procent van de consulten is een soa gevonden. Infecties zijn het vaakst gevonden bij mensen die zijn gewaarschuwd voor een soa. Naast de CSG-cijfers worden schattingen gemaakt van het aantal soa-consulten en -diagnoses die de huisartsen uitvoeren. Hiervoor zijn gegevens gebruikt van 323 huisartspraktijken in 2018. Huisartsen voeren het merendeel van de soa-consulten uit. Chlamydia In 2019 waren er 21.134 chlamydia-diagnoses bij de CSG's, vergelijkbaar met 2018. Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met chlamydia bleef in de afgelopen 3 jaar stabiel (respectievelijk 15 en 18 procent). Voor MSM ligt dit percentage al jaren rond de 10 procent. Het aantal geschatte diagnoses door huisartsen nam in 2018 toe ten opzichte van 2017 (42.500 versus 39.800). Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses bij de CSG's is het afgelopen jaar met 11 procent toegenomen tot 8.186 infecties. Ook het percentage met gonorroe steeg ten opzichte van afgelopen twee jaar; onder heteroseksuele mannen naar 2,3 procent (1,9 in 2017), en onder vrouwen naar 1,9 procent (1,6 in 2017). Het percentage onder MSM is de afgelopen jaren stabiel gebleven rond de 11 procent (11,5 in 2019). Het geschatte aantal infecties bij de huisartsen nam toe van 9.550 in 2017 naar 11.300 in 2018. Deze toename was vooral onder vrouwen jonger dan 25 jaar. Bij de CSG's is geen antibioticaresistentie tegen het huidige 'eerste keus' antibioticum voor gonorroe (ceftriaxon) gemeld. Wel is er resistentie tegen andere antibiotica. De resistentie tegen ciprofloxacine steeg fors van 34 procent in 2018 naar 55 procent in 2019. Syfilis In 2019 is het aantal syfilis-diagnoses bij de CSG's met 16,8 procent gestegen ten opzichte van 2018 (1.430 versus 1.224). Daarvan is 96 procent bij MSM vastgesteld. Het percentage met syfilis onder MSM daalde van 2,9 procent in 2016 naar 2,4 procent in 2018 en 2,5 procent in 2019. Voornamelijk onder MSM met hiv was het percentage hoger (7,5 procent in 2019 ten opzichte van 6,7 procent in 2018). Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met de infectie bleef in 2019 laag, respectievelijk 0,1 en 0,3 procent. Hiv Het aantal nieuwe hiv-diagnoses dat de CSG's stelde, is in 2019 (164) met 34 procent afgenomen ten opzichte van 2018. Hiervan waren 152 diagnoses bij MSM. Het aantal diagnoses onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleef laag. Het aantal mensen met hiv dat in 2019 voor het eerst voor behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra kwam ('in zorg') was 972. Dat was meer dan in 2018 (911). In totaal zijn in 2019 20.724 mensen met hiv geregistreerd als in zorg.
Databáze: OpenAIRE