Het steindler-effect bij het obstetrisch plexus-brachialisletsel
Autor: | K. de Boer, Rob G H H Nelissen, S.M. Hofstede-Buitenhuis, M.J.A. Malessy, M.S. van Wijlen-Hempel, W. Pondaag, J. Nagels |
---|---|
Rok vydání: | 2011 |
Předmět: | |
Zdroj: | Tijdschrift voor Kindergeneeskunde. 79:106-111 |
ISSN: | 1875-6840 0376-7442 |
DOI: | 10.1007/s12456-011-0021-z |
Popis: | De indicatie voor een neurochirurgische hersteloperatie bij kinderen met een obstetrisch plexus-brachialisletsel (OPBL) is een parese van de m. biceps < MRC 3 op de leeftijd van 3 maanden. Er wordt gekeken naar elleboogflexie tegen de zwaartekracht. Sommige kinderen kunnen echter ook hun elleboog buigen zonder activiteit van de m. biceps. Een veelvoorkomende truc is de elleboogflexie met behulp van het steindler-effect. Hierbij wordt de elleboog gebogen met behulp van de m. extensor carpi radialis, de hand is dan in pronatiestand. Doel van het huidige onderzoek was om vast te stellen welk type zenuwletsel (axonotmesis, neurotmesis of avulsie) kinderen hadden die hun elleboog buigen met het steindler-effect. Door middel van statusonderzoek zijn 28 kinderen met een OPBL (geboren 1997-1999) onderzocht die bij bezoek aan het plexusteam in Leiden actieve elleboogflexie lieten zien met behulp van het steindler-effect. Wij vonden dat bij 72% van deze kinderen een ernstig zenuwletsel bestond, waarvoor neurochirurgische reconstructie noodzakelijk was. Goed differentieren tussen elleboogflexie op basis van de activiteit van de m. biceps en het steindler-effect is belangrijk om vast te stellen of er een ernstig zenuwletsel bestaat, zodat kinderen die neurochirurgische expertise (en soms een zenuwoperatie) nodig hebben tijdig worden herkend. |
Databáze: | OpenAIRE |
Externí odkaz: |