Abstrakt: |
Het was al bekend dat de fysieke fitheid en motoriek van kinderen samenhangen met hun executief functioneren en schoolprestaties en ook dat fysieke activiteit positieve effecten heeft op de schoolprestaties. Verklaringen voor deze relaties worden gezocht in veranderingen in hersengebieden die betrokken zijn bij leren. In dit artikel worden de resultaten beschreven van het promotieonderzoek The brain in motion: effects of different types of physical activity on primary school children’s academic achievement and brain functioning. Het hoofddoel van dit onderzoek was te onderzoeken wat het effect is van twee verschillende typen fysieke interventies in het bewegingsonderwijs op schoolprestaties van basisschoolleerlingen. Daarnaast werden de effecten op hersenactiviteit nagegaan om te achterhalen welke mechanismen ten grondslag liggen aan die effecten. Om daar een beter idee van te krijgen, werden allereerst relaties tussen fysieke fitheid, motoriek, executieve functies en schoolprestaties in kaart gebracht, waarbij ook een link gelegd werd met onderliggende patronen van hersenactiviteit. Vervolgens werden in een grootschalig gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek de effecten van twee fysieke interventies op schoolprestaties en hersenactiviteit onderzocht: een aerobe en een cognitief-uitdagende fysieke interventie. Hoewel er geen overall effecten van de interventies op schoolprestaties waren, bleken beide interventies, en met name de cognitief-uitdagende interventie, positieve effecten te hebben bij een hoger intensiteitsniveau. Dit kon niet verklaard worden door veranderingen in de hersenen. Meer bewegingsonderwijs kan dus positief zijn voor schoolprestaties, zolang rekening gehouden wordt met de intensiteit en de mate van cognitieve uitdaging. Meer onderzoek is noodzakelijk om onderliggende mechanismen te achterhalen. |